menu
Tuinadvies

https://www.tuinadvies.nl   /    dinsdag 19 maart 2024

Vogels herkennen: soorten mezen in de tuin

De Grote Vogeltelling van Natuurpunt nadert, het laatste weekend van januari is het al zover! Om jullie hierop voor te bereiden, zetten we vandaag de meesjes in de spotlights. Het zijn vrolijke en actieve vogels die we vaak in onze tuinen kunnen waarnemen. Vanwege hun gestalte en snelle bewegingen kan het echter een uitdaging zijn om ze van elkaar te onderscheiden. Wij leren je hoe je de verschillende soorten kunt herkennen.

Koolmees (Parus major)

Meesjes kan je het hele jaar door in bijna elke tuin vinden al worden onze nestkasten het meest door kool- (Parus major) en pimpelmezen (Cyanistes caeruleus) bewoond. De koolmees is de grootste van de twee, circa 14 cm. Het is een opvallend gekleurd vogeltje met een zwarte kap en witte wangvlekken. De zwarte kap omvat de ogen en loopt rond de wangen in de hals of bef over in een zwarte band die de felgele borst in twee verdeelt. De vrouwtjes zijn over het algemeen iets valer gekleurd dan de mannetjes. Koolmeesjes zijn net als alle mezen echte acrobaten. Ze houden van mezenbollen, pindanoten en zonnebloempitten, maar ook pindakaas staat op hun menu. Een nestkast met een invliegopening van 32 mm is geschikt voor dit bonte vogeltje.

Parus major - Parus caeruleus

Pimpelmees (Cyanistes caeruleus)

De pimpelmees is net iets kleiner dan de koolmees, circa 12 cm. Hij is minstens even slim en misschien nog wel behendiger dan zijn soortgenoot. Ook deze mees heeft witte wangen maar de kap is blauw net als het achterhoofd. De bef is zwart en staat niet in verbinding met de borstband op de gele borst. De ogen zijn gevangen in een mooie donkere bijna zwarte oogstreep waardoor het lijkt alsof deze kleine acrobaat een maskertje overheen het witte gezicht draagt. Op de voedertafel of aan de mezenbollen en pindanetjes zijn ze concurrenten van de koolmezen, ze wisselen elkaar af…beurt om beurt. Ook zij zullen hun nest in een kast met een invliegopening van 32 mm maken, maar wijken uit voor een dominant paartje koolmezen. Een invliegopening van 28 mm is ideaal voor deze pientere tuinvogeltjes, voor koolmezen is deze diameter te klein.

Zwarte mees (Periparus ater)

Zwarte mees - Periparus aterEen leuke tuingast is de zwarte mees die doorgaans enkel in de winter op bezoek komt. Het is een vogel ongeveer even groot als een pimpelmees, doch iets meer gedrongen. De relatief grote kop heeft een zwarte kap en brede zwarte hals, de kap omvat de ogen en de wangvlekken zijn eerder grauwwit dan wit. Een belangrijk herkenningspunt en verschil met bijvoorbeeld de matkop (Parus montanus) is de grauwwitte vlek op het achterhoofd, in de zwarte kap. De borst is zacht- beige tot oranjebruin aan de vleugels die duidelijk bleke vleugelstrepen hebben, de borstband is afwezig. Ook de zwarte mees vind je sporadisch al broedend in een mezenkast met een diameter van 28 mm. Ze houden van naaldbossen.


Mat- of glanskop

De matkop (Parus montanus) heeft dezelfde grootte als de zwarte mees en ook de kleuren zijn gelijkaardig. Opnieuw omvat de zwarte kap de ogen, de zwarte bef is smal waardoor de wangen groter lijken en mooi overlopen in de bleke, beige tot lichtbruine borststreek zonder band. Ook dit klein juweeltje is een holenbroeder en kan sporadisch een pimpelmeesnestkast als woonst verkiezen. Om het nog wat moeilijker te maken heeft dit vogeltje een nagenoeg identieke tweelingsoort, de glanskop (Parus palustris). De zwarte bef of hals van de glanskop is iets kleiner dan die van de matkop en de zwarte kap zou in theorie meer moeten glanzen! Ook de zang van beide vogeltjes is duidelijk verschillend. De glanskop komt vooral voor in streken met een volwassen beukenbestand terwijl de matkop zowel naald- als loofhout verkiest in combinatie met dicht struikgewas.

Matkop (Parus montanus) - Glanskop (Parus palustris)

Staart- en kuifmees

Een uitzonderlijke soort, de kleinste maar dan wel die met de langste staart, is de staartmees (Aegithalos caudatus).
Staartmezen zijn snel, met velen en heel luidruchtig. Ze bezoeken de voederplaatsen meerdere keren per dag en zijn nooit alleen, ze vormen groepen van meerdere exemplaren en laten nooit iemand achter, er wordt altijd en overal op iedereen gewacht, samen uit…samen thuis.
Ze zijn 14 cm groot waarvan de helft staart. Het lichaam is zwart, wit met roze waarbij het zwart voornamelijk op de rug, vleugels en de staart is terug te vinden.

Staartmees (Aegithalos caudatus) - witkopstaartmees (Aegithalos caudatus caudatus)

Ook de kleine kop heeft enkele opvallende zwarte strepen tenzij het om de minder voorkomende noordelijke soort en wintergast gaat, de witkopstaartmees (Aegithalos caudatus caudatus). Staartmezen bouwen een bolvormig nest van mos met een kleine zij-ingang en broeden dus niet in nestkasten. Deze kleine pluizenbolletjes zijn zo bijzonder dat ze een eigen familie vormen, los van de zogenaamde "echte mezen"!

Kuifmees (Lophophanus cristatus)

Kuifmees (Parus cristatus)Tot slot een woordje over de kuifmees. Deze circa 12 cm grote bewoner van naaldbossen is een prachtige verschijning met een geweldige zwarte kuif die het verlengde vormt van het mooie zwart- grijs, als het ware geschubde, voorhoofd. De kuifmees heeft een zwarte oogstreep en dito bef die overloopt in een mooie fijne halsband. De halsband accentueert de mooie witte contouren van de wangen en het achterhoofd. Het gezichtsmasker is eerder grijs, net als de borststreek al neigt die geelbruin te worden richting de vleugelranden.

Wist je dat deze leuke soort enkel in Europa voorkomt en nergens anders ter wereld? Heb je een berkenboom in jouw tuin staan, dan maak je meer kans om de kuifmees op bezoek te krijgen. Berkenhout is namelijk zacht genoeg voor het uithakken van een kuifmezennest, ook nestkasten worden sporadisch door deze gekuifde schoonheid bezocht!

Terug naar boven icoon