
Geprint vanhttps://www.tuinadvies.nl/artikels/kamerplant_cactus_bestuiven
Net als andere planten gaat een cactus groeien, zich ontwikkelen naar een volwassen plant om dan nog in een later stadium te kunnen bloeien. Er gaat echter meer tijd over om van zaadje tot een volwassen plant te komen ten opzichte van onze inheemse planten. De bedoeling van de bloei is zorgen dat hun geslacht in stand wordt gehouden.De bloemen zijn dus nodig voor het voortbestaan van de plant maar ook graag gezien bij de hobbyist en bij de kweker. De bloei van een cactus is onbeschrijfelijk qua schoonheid en kleurenpracht. De bloemen van de cactus hebben geen stengel maar groeien uit de axillen of areolen. Men zal bij een cactusbloem ook nooit spreken over kroonblaadjes maar wel over petalen en wat betreft de kelkblaadjes die zijn eerder groen of schubvormig. We onderscheiden 3 fundamentele bloemtypes:
De meerderheid van de cactussen heeft tweeslachtige bloemen dus zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen.
In de natuur gebeurt de bestuiving bij cactussen door allerhande insecten, vogels en zoogdieren. Oreocereus, Schlumbergera, Matucana,… worden vaak bestoven door kolibries. Andere bloemen zoals de Echinopsis, Discocactus, … openen zich ’s nachts en verspreiden een sterk aangename geur. Deze geur wordt dan een lokmiddel voor pijlstaartvlinders en andere nachtvlinders en vleermuizen waardoor deze cactussen bestoven worden. De bloei van de cactus is eerder aan de korte kant wat ook wijst op hun spaarzaamheid van water. Een geopende bloem gaat relatief veel water verdampen waardoor ze dan ook snel gaat verwelken. Een bestoven bloem gaat minder lang mee dan een onbestoven exemplaar.
Bij gekweekte cactussen kan een kruisbestuiving zoals deze in de natuur gebeurt meestal niet doorgaan. Pijlstaartvlinders, kolibries en vleermuizen heb ik nog nooit in mijn serre gezien. Dus zullen we een handje moeten toesteken tijdens de bestuiving en zullen wij voor vleermuis spelen. Meestal heeft men 2 exemplaren van eenzelfde soort nodig om te bestuiven. Er zijn ook zelfbestuivers (Rebutia en Notocactussen), en er is ook sprake bij bepaalde soorten van cleistogamie. Bij cleistogamie gebeurt de bestuiving en bevruchting al in de bloemknop. Er ontstaat dus helemaal geen bloem maar rechtstreeks een vrucht. Het geslacht Frailea is er zo één van.
Uitzonderingen bevestigen natuurlijk altijd de regel, waarom ook niet bij cactussen! Als men voorbeeld een Mammillaria wildii gaat bestuiven wrijft men eerst over zijn eigen bloemen en daarna eens over de bloemen van een zelfde Mammillaria wildii om zo “echt” stuifmeel te hebben. Hangen aan ons penseel echter stuifmeel van een Mammillaria crinita dan heeft men veel kans dat men via zaad een hybride of een nieuwe variëteit heeft ontwikkeld. Dus kunnen we weeral eens gaan experimenteren en zo nieuwe cactussen ontwikkelen.
En verder?
Suggesties en of opmerkingen zijn steeds welkom op het forum onder de rubriek “Cactussen” |
Auteur: Alain Lagrange