
Controleer de overwinterende kuipplanten en geef ze met mate water. Plaats ze op een lichtere standplaats en verpot ze indien nodig. Check eveneens op ongedierte zoals de witte vlieg of bladluizen, en probeer deze te verwijderen.
Begin in de tuin met het opruimen en wieden van de border. De uitgebloeide bloemaren, bruine bladeren,... kunnen evenals de winterbeschermende takken en bladafdekking worden verwijderd wanneer het niet meer vriest.
Als het niet vriest kun je nog steeds bomen en struiken planten door een ruim plantgat te graven en de grond goed te mengen met bodemverbeteraar of met compost. Vul het plantgat na de aanplant terug met de mix.