menu
Tuinadvies
Geef dit een bloemetje 1

Voor toekomstige vakantiegangers

Paronoto

Tekst aangepast

Paronoto



Hier ontspringt de Loire ..beetje zoeken hé, tussen al die rotsblokken....en pas op, water loopt BERGAF....De Loire ontspringt op een hoogte van 1400 meter in het Centraal Massief aan de voet van de Mont Gerbier de Jonc. Er is enige discussie waar nu de echte bron is, want er zijn er namelijk twee. De plek ,waar het toerisme welig tiert, ligt bij een boerderij en de tweede bron ligt iets verder in een weiland. Vanaf dat punt stroomt de rivier ruim 1012 kilometer richting Atlantische Oceaan. Het stroomgebied bestrijkt met 117.000 vierkante kilometer maar liefst een vijfde deel van Frankrijk. De Loire is daarmee uniek en de vallei van de Loire behoort tot het UNESCO Werelderfgoed.De Loirestreek nodigt gewoon uit om verkend te worden met de fiets. Het mooiste stuk is wat ons betreft de Loire vanaf Bourgeuil tot aan Angers. Je kunt er prachtige fietstochten maken. Bijzonder zijn verder de mooie steden zoals Orleans, Tours, Blois, Saumur en Angers. Het is slechts een greep van dit fraaie vakantiegebied! Hou je van wandelen? De wijngaarden in de Anjou, bij Bourgeuil, Saumur en andere wijnstreken bij de Loire zijn ideaal voor prachtige tochten. Overal vind je mooie bewegwijzerde rondwandelingen maar ook lange afstandspadenDe eerste stad waar ze door passeert is Le Puy en Velay



Orléans (Latijn: Aurelianum/Aurelia) is een stad in Midden-Frankrijk, 130 km ten zuiden van Parijs. Het is de prefectuur van het departement Loiret en van de regio Centre in de voormalige provincie Orléanais. Het is een universiteitsstad en een bisschopszetel, met een indrukwekkende kathedraal, en heeft ongeveer 115.000 inwoners. De stad ligt aan de Loire op een gemiddelde hoogte van 116 meter (90–124 meter) boven NAP.
Het centrum van de oude stad wordt gevormd door de Place du Martroi, waar zich sinds 1855 een ruiterstandbeeld van Jeanne d'Arc bevindt.

De bekendste bezienswaardigheid is de Cathédrale Sainte-Croix uit het jaar 1278. Zij bevindt zich aan de oostzijde van de Place du Martroi en werd gebouwd op de plaats van een oudere kerk uit de 10e eeuw
Cenabum was een versterking van de Galliërs. De stad werd in 52 v.Chr. door de Romeinen onder Julius Caesar veroverd en verwoest .

Orléans werd gesticht tijdens de regering van de Romeinse keizer Aurelianus, en van zijn naam is de naam van de stad afgeleid.

Ten tijde van de Merovingers werd Orléans korte tijd een zelfstandig koninkrijk (511–613). Later werd het de zetel van een graafschap, maar tegen het einde van de middeleeuwen werden de heren van Orléans weer tot hertog verheven. Orléans was een soort traditionele toelage (apanage) aan de jongere broer van de koning van Frankrijk, die de titel hertog van Orléans droeg. Het beleg van Orléans in 1428–1429 was het keerpunt in de Honderdjarige Oorlog. Op 8 mei 1429 werd de stad onder leiding van Jeanne d'Arc uit de belegering bevrijd.
in 1773 bouwde François Lupot in Orléans de eerste gitaar met zes enkele snaren.

"Le Puy-en-Velay is een beschermde stad met een ligging die uniek is in de wereld, en een uitzonderlijk heilig erfgoed bezit. Deze stad is een vredig oord dat vaak het toneel is van spirituele ervaringen, en waar het heerlijk herbronnen is. Le Puy-en-Velay is wereldwijd bekend als vertrekpunt van de "Via Podiensis", de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella en is ook een gezinsvriendelijke vakantieplaats in het hart van de Haute-Loire". Plus nog 2 blz lectuur , te vinden op het I-net (Auvergne tourisme).Heel nuttige info voor wie de streek wil gaan bezoeken





Niet zo ver verwijderd liggen Saint Etienne en Montbrison.
Saint-Étienne (Arpitaans: Sant-Etiève) is de hoofdstad van het Franse departement Loire. De stad ligt aan de Loire en had in 2005 ongeveer 175.700 inwoners. Met alle voorsteden erbij had de stad in 1999 321.703 inwoners.
De inwoners van Saint-Étienne worden in het Frans vaak "stéphanois" genoemd. Saint-Étienne heeft een eigen voetbalteam in de hoogste divisie (Ligue 1) van Frankrijk, AS Saint-Étienne (Wiki)





Montbrison is een gemeente in het Franse departement Loire en telde 15.673 inwoners in 2013,
inclusief Moignt, dat sinds 1973 met Montbrison is geassocieerd. De plaats maakt deel uit van het arrondissement Montbrison. (Wikipedia)
Oppervlakte: 16,33 km²
Bevolking: 15.010 (2007)

Montbrison ligt in het departement van de Loire in de regio Auvergne-Rhône-Alpes, haar geschiedenis gaat terug tot einde XI eeuw en werd aanzien als historische hoofdstad van Forez .Van dit prestigieus verleden is de Notre Dame -d'Espêrance de voornaamste getuige.De vroegere gemeente Moingt is sedert 1973 geassocieerd. Na een "volksraadpleging " op 18 october 2009.werd er weer gestemd en waren 55,94 neen stemmen maar de prefect hakte de knoop door op 14 maart 2012 en doorgevoerd op 1 januari 2013



Roanne



Roanne is een gemeente in het Franse departement Loire (regio Rhône-Alpes) en telt 38.896 inwoners (1999) of .2415,9 inwoners per km². De plaats maakt deel uit van het arrondissement Roanne.
Nog verder stroomafwaarts ligt Digoin dat zo'n 34,7 km2 groot is met ong.257,8 inwoners per km2.Hier kruist de Canal latéral à la Loire de rivier dankzij de aanleg van een "kanaalbrug"




Het vestingstadje Decize, gelegen op een rotseiland in de Loire op een kruising van vaarwegen, heeft zijn bezoekers een rijk erfgoed te bieden. Zoals de torens van de stadsmuur, overblijfselen van de middeleeuwse vesting, het mooie "Promenade des Halles", een lange weg onder prachtige platanen en lindebomen; de ruïnes van het voormalige kasteel van de graven van Nevers; de klokkentoren "tour de l'Horloge", versierd met een standbeeld van de forensische arts Guy Coquille; en de Saint-Aré kerk, met een koor uit de 11de eeuw en een Merovingische grafkamer uit de 7de eeuw.



Van juni tot eind september kunnen er boottochtjes gemaakt worden over de Loire: vertrekpunt kade Vieille Loire, niet ver van het VVV kantoor van Decize

We "varen" verder stroomafwaarts naar Nevers
Nevers is een stad en gemeente in de Franse regio Bourgondië. Het is de prefectuur van het departement Nièvre. Nevers had in 2009 37.470 inwoners. Het grootstedelijke gebied werd in 1999 geschat op 100.566 inwoners.
De naam van de stad in de Gallo-Romeinse tijd was Noviodunum Aeduorum. Later werd dit veranderd in Nebirnum. Er zijn uit deze periode veel medailles en andere voorwerpen gevonden in Nevers. Julius Caesar vestigde er een opslagplaats voor proviand en legerbenodigdheden. Ook werden er gevangenen ondergebracht. In 52 v.Chr. begon hier de strijd tegen de opstandige Aedui.

In de vijfde eeuw werd Nevers een bisschopszetel. De wereldlijke heerschappij van de hertogen dateert van het begin van de 10e eeuw. In de 14e eeuw was er korte tijd een universiteit gevestigd. Deze was hierheen verplaatst vanuit Orléans en keerde daar ook weer terug. De Nivernais was een zelfstandige Franse provincie tot bij het einde van het Ancien Regime.

In 1565 werd Ludovico Gonzaga van het Italiaanse huis Gonzaga door huwelijk met Henriëtte van Nevers hertog van de stad. Hij haalde Italiaanse pottenbakkers naar de stad en legde daarmee de basis voor de faience-industrie. Nog steeds wordt er in Nevers aardewerk vervaardigd, zij het op kleine schaal. In 1595 werd hun zoon Karel bij de dood van zijn vader de opvolger. In de Mantuaanse Successieoorlog (1628-1631) werd hij tevens hertog van Mantua en markgraaf van Monferrato, waarmee hij de lijn Gonzaga-Nevers vestigde. Bij Karels dood in 1637 werd zijn kleinzoon Karel II van Mantua op 8-jarige leeftijd hertog van Nevers. Tot 1647 regeerde hij onder regentschap van zijn moeder Maria Gonzaga. Door geldproblemen moest Karel het hertogdom Nevers in 1659 aan kardinaal Mazarin verkopen, waarmee het onderdeel van Frankrijk werd. In 1661 stond Mazarin het Hertogdom Nevers af aan zijn neef Philippe, telg van de invloedrijke Romeinse adellijke familie Mancini. In 1707 werd hij opgevolgd door zijn zoon François Mancini. Deze werd op zijn beurt in 1768 opgevolgd door zijn zoon Louis-Jules Mancini als 3e en laatste Hertog van Nevers
Nevers ligt in een heuvelachtige omgeving op de rechteroever van de Loire aan de samenvloeiing met de Nièvre. 6 km stroomafwaarts mondt de Allier uit in de Loire bij Le Bec d'Allier

Nevers heeft een kathedraal, de "Cathédrale de Saint-Cyr et Sainte-Julitte". De bouw ervan duurde van de 11e tot de 16e eeuw. Het opvallendste aan het gebouw is dat er twee koren zijn. Het oostelijke koor is gotisch, het westelijke is romaans.
Het hertogelijk paleis stamt uit de 15e eeuw.Het hertogelijk paleis (Palais Ducal) is een gebouw uit de vroege Renaissance. Het gebouw is versierd met moderne reliëfs en heeft vensters met kariatiden en atlanten.
De romaanse kerk Saint-Étienne werd in de 11e eeuw gebouwd. De kerk heeft een koorsluiting met 3 straalkapellen.
De Chapelle Sainte-Mairie, vroeger onderdeel van een klooster, heeft een monumentale gevel in Italiaanse barokstijl.
In de Porte du Croux, een overblijfsel van de vestingwerken, is een archeologisch museum gevestigd.

Place de la Republique




La Charité-sur-Loire dankte zijn groei zowel aan zijn ligging bij een economisch belangrijke brug over de Loire als aan de aanwezigheid van een bloeiend klooster, priorij van de orde van Cluny. De stad, handelshaven aan de Loire en etappeplaats op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella, was al spoedig florissant rijk.
De prioriij begon gestalte te krijgen rond 1059: De grote en imposante kerk Notre-Dame, de meer bescheiden kerk Saint-Laurent en de kloostergebouwen eromheen en de priorij kreeg de titel "oudste dochter van Cluny". En met reden: La Charité beheerde 45 priorijen en 400 nevenvestigingen in Frankrijk en Europa.

In de 12e eeuw herbergde het hier binnen zijn muren tweehonderd monniken die de regel van St. Benedictus volgden. De stad volgde in die ontwikkeling en groeide uit tot een veelbegeerd economisch centrum. Zo probeerde Jeanne d'Arc in 1429 voor Karel VII tevergeefs de stad te veroveren op kapitein Perrinet Gressard die de stad sinds 1423 bezet hield. Maar door de stevig gebouwde vestingwerken mislukte deze poging van de Maagd van Orleans.

Het ommuurde priorijcomplex was toen een bijna regelmatig vierkant met een tiental torens. Van die muren is slechts het noordelijk stuk nog over met de Tour Jeanne d'Arc, de ronde Tour Perrinet Gressard en de vierkante Tour de Cuffy. De Tour Perrinet Gressard heeft de bijnaam Tour des Espagnols, omdat hier tussen 1645 en 1707 Spanjaarden gevangen zaten.

Tijdens de Honderdjarige Oorlog woedde er in 1559 een gigantische stadsbrand; later brachten de godsdienstoorlogen verdere vernielingen waarvan nog steeds veel sporen zichtbaar zijn ondanks herbouw, vergroting en verfraaiing van de kloostergebouwen in de 16e, 17e en 18e eeuw. In 1789, jaar van de Franse Revolutie, woonden er maar 12 monniken meer. Na de Revolutie werden de gebouwen verkocht aan particulieren en de meeste zijn zo van sloop gered.

In 1840 was een Koningsweg dwars door de kerk Notre-Dame gepland, maar Prosper Mérimée, inspecteur van Historische Monumenten, redde de kerk door het de monumentenstatus te geven.

Sinds 1975 koopt de gemeente de particuliere woningen binnen de priorij op en wordt er gewerkt aan de renovatie van de kloostergebouwen.

Sinds 1990 is La Charité lid van de besloten club van "Grands Sites Culturels et Touristiques", samen met vier andere beroemde Bourgondische historische plaatsen: Vézelay, Alésia, Paray-le-Monial en Cluny. In 1994 was de stad medestichteres van de "Fédération des Sites Clunisiens" waartoe intussen 59 plaatsen in Frankrijk en Europa behoren.

Cosne-Cours-sur-Loire is een franse gemeente in het département van de regio, en région Bourgogne-Franche-Comté. De gemeente wordt gewoonweg Cosne-sur-Loire ou Cosne.genoemd.
Ze is het resultaat van een fusie op 1 januari 1973 van de gemeentes Cosne-sur-Loire en Cours.
(La ville est labellisée Agenda 21 local France 2014)
Cosne-Cours-sur-Loire is gesitueerd zich zuiswestelijk van Montargis (80 km) en van Parijs (190 km) en noowestelijk van haar préfectuur Nevers (55 km), van Moulins (115 km) en van Clermont Ferrand (215 km).



Kaart van de Nièvre.Cosne, Ze is met Cours-sur-Loire de tweede stad na Nièvre wat betrefthet aantal inwoners Ze bevind in het noordwesten van het departement, aan de samenvloeïng van de Loire en de Nohain .

Briare is vooral "beroemd " om zijn kanaalbrug die deel uitmaakt van het Canal latéral à la Loire en overbrugt de Loire. De kanaalbrug verving in 1896 een gevaarlijke rivierkruising.

Het ontbreken van de kanaalbrug was een belangrijke hinder voor de scheepvaart. Zij moesten het kanaal verlaten en via een schutsluis de Loire oversteken en na een kilometer weer door een sluis de weg door het kanaal vervolgen. De oversteek was niet zonder risico’s en de wachttijden konden lang zijn. In 1880 werd een stoomsleepboot in dienst genomen die de oversteek vergemakkelijkte.

Aan het einde van de 19e eeuw was de metaalbewerkingstechnologie sterk verbeterd en een brug van staal was mogelijk. Tussen 1890 en 1897 werd gewerkt aan de kanaalbrug. Gustave Eiffel was verantwoordelijk voor het ontwerp van de 14 brugpijlers.

Het waterpeil in de kanaalbrug staat 2,2 meter hoog en schepen met een diepgang van 1,8 meter en een maximale breedte van zes meter kunnen er gebruik van maken. De breedte van de brug, inclusief de jaagpaden, is 11,6 meter en het geheel is ruim 660 meter lang. In de brug zitten op diverse plaatsen gaten die geopend kunnen worden om het water te verwijderen zodat onderhoud kan plaatsvinden.

Van 1896 tot 2003 was deze kanaalbrug de langste bevaarbare brug ter wereld tot de opening van de Wasserstraßenkreuz Magdeburg.

De brug is een beschermd monument sinds 1976.



Gien is een stad aan de rivier de Loire in Frankrijk in het departement Loiret. Gien ligt 100 kilometer ten zuiden van Parijs. De stad heeft 16.125 inwoners (2005) en een oppervlakte van 67,86 km². In de gemeente ligt het spoorwegstation Gien.
Gien is vooral bekend door de aardewerkfabriek waar de zogenaamde Faïence de Gien wordt geproduceerd. De fabriek is in 1821 gesticht door de Engelsman Thomas Hall. De fabriek heeft voor verschillende wereldtentoonstellingen grote aardewerkvoorwerpen gefabriceerd.
Gien is in de Tweede Wereldoorlog ernstig getroffen door bombardementen. Onder meer de grote kerk is grotendeels verwoest. De kerk is in de jaren vijftig van de 20e eeuw in een moderne stijl herbouwd.
In Gien ligt ook het kasteel van Gien of Anne de Beaujeu. Dit kasteel is omstreeks het jaar 1500 gebouwd. Een brug met 12 pijlers over de Loire leidt naar de zuidelijke stad. De brug dateert van 1734.
De stad heeft een eigen "Appellation Controlée, de Coteaux de Giennois"





Orléans (Latijn: Aurelianum/Aurelia) is een stad in Midden-Frankrijk, 130 km ten zuiden van Parijs. Het is de prefectuur van het departement Loiret en van de regio Centre in de voormalige provincie Orléanais. Het is een universiteitsstad en een bisschopszetel, met een indrukwekkende kathedraal, en heeft ongeveer 115.000 inwoners. De stad ligt aan de Loire op een gemiddelde hoogte van 116 meter (90–124 meter) boven NAP.
Inhoud:

Stadsbeeld :Het centrum van de oude stad wordt gevormd door de Place du Martroi, waar zich sinds 1855 een ruiterstandbeeld van Jeanne d'Arc bevindt.
De bekendste bezienswaardigheid is de Cathédrale Sainte-Croix uit het jaar 1278. Zij bevindt zich aan de oostzijde van de Place du Martroi en werd gebouwd op de plaats van een oudere kerk uit de 10e eeuw.
Geschiedenis: Cenabum was een versterking van de Galliërs. De stad werd in 52 v.Chr. door de Romeinen onder Julius Caesar veroverd en verwoest .
Orléans werd gesticht tijdens de regering van de Romeinse keizer Aurelianus, en van zijn naam is de naam van de stad afgeleid.

Ten tijde van de Merovingers werd Orléans, tijdens een korte tijd, een zelfstandig koninkrijk (511–613). Later werd het de zetel van een graafschap, maar tegen het einde van de middeleeuwen werden de heren van Orléans weer tot hertog verheven. Orléans was de traditionele apanage van de jongere broer van de koning van Frankrijk, die de titel hertog van Orléans droeg. Het beleg van Orléans in 1428–1429 was het keerpunt in de Honderdjarige Oorlog. Op 8 mei 1429 werd de stad onder leiding van Jeanne d'Arc uit de belegering bevrijd.
in 1773 bouwde François Lupot in Orléans de eerste gitaar met zes enkele snaren



Tours is een stad in Midden-Frankrijk, gelegen aan de rivier de Loire. Tours was de hoofdstad van de voormalige provincie Touraine, thans is het de hoofdplaats van het departement Indre-et-Loire. De stad telt iets meer dan 137.000 inwoners (2006) die in het Frans Tourangeaux worden genoemd.
In de Gallo-Romeinse tijd was Tours, destijds Caesarodonum genaamd, al een stad van betekenis. In de 3e eeuw werd de stad, met 6000 inwoners, geheel weggevaagd door barbaren. Later werd op dezelfde locatie weer een dorp gesticht, dat langzaam aan uitgroeide tot een pelgrims- en handelsstad. In de 4e eeuw speelt een bekeerde legioensoldaat, Martinus, een grote rol in de kerstening van de streek. In 1205 veroverde koning Filips August Tours op de Engelsen. Tijdens de Honderdjarige Oorlog, was Tours het hart van het koninkrijk Frankrijk en werd zodoende de hoofdstad en koninklijke stad. Frans I nam Tours deze titel af en maakte van Parijs de hoofdstad van het koninkrijk. Enkele eeuwen lang kende Tours een belangrijke zijde-industrie.



Saumur is een gemeente in het Franse departement Maine-et-Loire (regio Pays de la Loire) en telt 29.857 inwoners (1999). De plaats maakt deel uit van het arrondissement Saumur. Saumur ligt in de wijnstreek van de Loirevallei en heeft een Appellation d'Origine Contrôlée

Saumur werd in 1025 veroverd door Fulco III van Anjou, die de stad afbrandde. Toen de kerk met de relikwieën van de heilige Florentius ook in brand vloog, zou hij hebben uitgeroepen: "Sint Florentius, laat uzelf toch verbranden. Ik zal in Angers een beter tehuis voor u bouwen." Toen het vervoer van de relikwieën van de heilige naar Angers echter moeilijk bleek, zou Fulco hebben verklaard dat Florentius een landelijke boerenpummel was die ongeschikt was voor het stadsleven, en zond hij de relikwieën terug naar Saumur.
In de 17e eeuw kende Saumur een protestantse academie, waar onder anderen Franciscus Gomarus professor theologie was voordat hij in 1618 naar Groningen kwam en waar Isaac Beeckman, Abraham de Moivre, Jan Swammerdam en Pontiaan van Hattem hebben gestudeerd. Swammerdam woonde tijdelijk bij de Franse geleerde Melchisédech Thévenot, met wie hij later bleef corresponderen.

Net als veel andere steden in dit gebied heeft Saumur zijn eigen kasteel. Er zijn diverse musea zoals het Musée des Arts Décoratifs met kunstvoorwerpen, en het Musée du Cheval met een tentoonstelling over paarden. Saumur heeft echter meer musea: Musée du Champignon (over champignons), Musée du Masque (met carnavalsmaskers), Musée de la Cavalerie (over de geschiedenis van de cavalerie) en het bekende Musée des Blindés met de grootste collectie tanks ter wereld. De stad is ook de thuisbasis voor de École Nationale d'Equitation. Bekend is het dressuurteam Cadre Noir, dat gesticht is in 1828.
In het centrum van de stad bevinden zich verschillende historische gebouwen, zoals twee middeleeuwse kerken en enkele fraaie vakwerkhuizen.
Saumur staat ook bekend om zijn grotwoningen. Deze ontstonden doordat uit de rotsen in de buurt van de stad grote blokken waren gehakt. De arme bevolking uit de omgeving, vooral boeren, gebruikten de holen als woning. De gaten in de rotswanden werden verder uitgehakt en aan de voorkant werd er een gevel met ramen en deuren gebouwd. Tijdens de Franse godsdienstoorlogen verscholen de hugenoten zich in deze grotwoningen. Ze worden tegenwoordig vanwege hun ideale temperatuur vaak gebruikt als wijnkelder of champignonkwekerij. Andere worden nog steeds bewoond of zijn als vakantiehuisje in gebruik.
In het centrum van de stad bevinden zich verschillende historische gebouwen, zoals twee middeleeuwse kerken en enkele fraaie vakwerkhuizen.



Angers is een stad in het westen van Frankrijk in het departement Maine-et-Loire, ongeveer 300 km ten zuidwesten van Parijs. Angers is de hoofdstad van het departement. Het gebied rond Angers staat bekend onder de provinciale naam Anjou.
Angers is een industriestad met ongeveer 150.000 inwoners. De gehele agglomeratie telt bijna 250.000 inwoners. De inwoners worden Angevins genoemd. De stad stamt uit de Romeinse tijd en is gebouwd op de oevers van de Maine. De wijk naast de rivier is bekend vanwege de bloemenmarkten. De stad noemt zichzelf ook wel de meest bloemrijke stad van Europa. De stad heeft veel brede, rechte straten en parken. Het accent van de Angevins wordt door de Fransen gezien als het zuiverste Frans.
In Angers is het Communautair Bureau voor plantenrassen gevestigd
Het kasteel van Angers, een 13e eeuws kasteel aan de oever van de Maine waar het Wandtapijt van de Apocalyps (eind 14e eeuw) tentoongesteld wordt. Eveneens vermeldenswaardig zijn de omwalling met 17 torens, de Franse tuin en de middeleeuwse tuin, de slotgrachten en de angevijns gotische kapel Saint-Laud.

Ancenis is een gemeente in West –Frankrijk in het departement van de Loire Atlantique en samen met Châteaubriant en Saint-Nazaire, een van de drie prefecturen van het departement. Momenteel telt ze ongeveer 7.474 inwoners. Samen met Saint Gérion bedraagt het bevolkingscijfer ong 10.000. Ze maakt deeel uit van een viertal :Nantes, Angers, Rennes, Cholet. Ze ontstond in 984, op een eiland waarvan men nog restanten vind in de Joseph Vincent en Léon Sechélaan .De kaaien weerspiegelen de belangrijke traffiek op de Loire en de haven van Ancennis.



Nantes



Nantes ( Bretons: Naoned, Gallo: Naunnt ) is een havenstad in het westen van Frankrijk, waar aan de zuidrand van Bretagne de rivieren Erdre en Sèvre uitmonden in de Loire. Nantes is hoofdstad van de regio Pays de la Loire en van het departement Loire-Atlantique. Samen met de stad Saint-Nazaire vormt de stad het economische en culturele centrum van het stimuleringsgebied Pays de la Loire en van een groot deel van Bretagne.
Nantes dankt zijn naam aan het Gallische volk van de Namneten, voor wie het onder de naam Condivicnum de belangrijkste stad was. In de Romeinse tijd werd het een handelscentrum en in de 4e eeuw kreeg Nantes een bisschopszetel.

In de Middeleeuwen werd de stad nauw betrokken bij de strijd tussen de graven van Nantes en die van de concurrerende stad Rennes om de heerschappij over Bretagne, totdat dit hertogdom in 1532 door de Franse koning Frans I werd ingelijfd. Vanaf het einde van de 14e eeuw werd Nantes een steeds belangrijker havenstad voor de handel met Spanje, Engeland, de Scandinavische landen en Holland

Nantes kreeg in 1560 stadsrechten van Frans II en steunde de katholieke partij in de godsdienstoorlogen (1562-1598) die eindigden met de uitvaardiging van het edict van Nantes door Hendrik IV. Dit edict hield een beperkte godsdienstvrijheid voor protestanten in.

In de eerste helft van de 18e eeuw was Nantes zelfs de belangrijkste havenstad van Frankrijk, toen de handel met de Amerikaanse koloniën tot ontwikkeling kwam en de stad het centrum werd van de slavenhandel. Tijdens de Franse Revolutie kwam de handel stil te liggen en kreeg de stad in 1793 een schrikbewind te verduren, doordat zij betrokken was bij een contrarevolutionaire Opstand in de Vendée

In het midden van de 19e eeuw kwam Nantes weer enigszins tot bloei, o.a. door de aanleg van een kanaal naar Paimboeuf, een voorstadje. In 1920 begon men met de uitvoering van een plan voor modernisering en uitbreiding van de stad. Deze ontwikkeling werd tijdens de Tweede Wereldoorlog onderbroken, toen Nantes gedeeltelijk werd verwoest.

In 1943 is Nantes door de Geallieerden zwaar gebombardeerd, omdat de Duitsers daar actief waren. 900 mensen kwamen daarbij om en de stad liep zware schade op. Toch zijn in de stad nog tal van historische bezienswaardigheden bewaard gebleven. De kathedraal van Nantes geldt als een gotisch bouwwerk, hoewel de bouw, die begon in 1434, pas eindigde in 1893. Na de oorlog werd de bijna geheel verwoeste kerk gerestaureerd. In de kathedraal staat de graftombe van Frans II, hertog van Bretagne, en zijn gemalin. Dit beroemde renaissancekunstwerk van de beeldhouwer Michel Colombe (1430-1513) stamt uit het begin van de 16e eeuw.

Na de oorlog heeft Nantes zich ontwikkeld tot een belangrijk economisch centrum, talrijke wegen werden aangelegd en verbeterd, spoorwegverbindingen werden uitgebreid en lopen nu grotendeels onder de stad door, er is een luchthaven aangelegd, de haven die dreigde te verzanden werd toegankelijk gemaakt voor grote zeeschepen en het industriegebied werd uitgebreid.

Een ander belangrijk bouwwerk is het hertogelijk kasteel Château des ducs de Bretagne, dat dateert uit de 10e eeuw en in 1466 door Frans II werd herbouwd. In het kasteel is onder meer gevestigd het Musée des Arts Décoratifs; voorts geldt ook het gemeentelijk museum als een van de belangrijkste van Frankrijk. Een bezienswaardigheid van recente datum tenslotte is de 'cité radieuse' van Le Corbusier: een stervormige wijk in de voorstad Rezé ten zuiden van Nantes.

Ook het Île de Feydeau is een bezoek waard. Het eiland Feydeau was voor bebouwing in de 18e eeuw een moerassig eiland in de Loire, inmiddels ligt het voormalige eiland in het centrum van Nantes maar de inwoners noemen de wijk nog steeds Île de Feydeau. De bebouwing van het eiland startte in 1723, helaas bleek de grond toch te slap en de eerste bouwwerken verzakten razendsnel. Vanaf 1750 fundeert men de woningen volgens de 'Hollandse methode'. De bloeiperiode van Nantes Tussen lag tussen 1750 en 1800, in die tijd werden in Nederland prestigieuze woningen gebouwd. Op het eiland vestigen zich rijke handelaren en reders. De grandeur is nog steeds zichtbaar. Op het Île de Feydeau staat ook het geboortehuis van Jules Verne.

Nantes werd vereeuwigd in een gelijknamig autobiografisch lied Nantes van Barbara waarin zij naar het fictieve adres "Vingt-cinq rue de la Grange-au-Loup" wordt geroepen om haar stervende vader te ontmoeten. Veel bezoekers van Nantes kwamen vroeger voor dit verzonnen adres. Later is er in een buitenwijk van Nantes een rue de la Grange-au-Loup, Straat van de graanschuur met de wolf, aangelegd, maar daar ontbreekt nummer 25. Na het overlijden van Barbara kreeg een straat in de buurt de nieuwe naam rue Barbara.

Saint - Nazaire

Saint-Nazaire is een stad in het westen van Frankrijk, in het departement Loire-Atlantique, op de rechteroever van het estuarium van de rivier Loire. De stad telt 68.616 inwoners (Nazairiens). Naast het Frans wordt ook nog geregeld Bretons gesproken door de lokale bevolking.

Saint-Nazaire heeft een zeehaven, de belangrijkste Franse haven aan de Atlantische Oceaan. De belangrijkste industrieën zijn de scheepsbouw en de luchtvaartindustrie.

Op 15 november 2003 vond op een van de scheepswerven een ernstig ongeluk plaats. Chantiers de l'Atlantique, de werf die de Queen Mary 2 bouwde, hield een open dag. Er stortte een voetgangersbrug in, waarbij vijftien mensen omkwamen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Saint-Nazaire de thuishaven van het zevende flottille onderzeeërs van de Duitse Kriegsmarine, waartoe de U-96 behoorde die de hoofdrol speelt in Das Boot.
Op 28 maart 1942 vielen 600 Britse commando's de dokken van Saint-Nazaire aan (zie Operatie Chariot), waaronder het enige dok langs de Atlantische kust dat groot genoeg was voor het Duitse slagschip Tirpitz.[1] Duitsland hield aan de stad vast tot het einde, en zo werd Saint Nazaire als laatste Franse stad bevrijd op 11 mei 1945 (dus na de capitulatie

Recht tegenover de 14 U-bootbunkers ligt de draaibrug en de Oude Ingang, met rechts daarvan de 15e U-bootbunker. Iets verder ligt het Droogdok, het Normandiëdok, dat schuins uitkomt op de Port Atlantique de Nantes en het Bassin de Penhouët. Dit dok heeft aansluiting via een draaibrug met het Bassin de Saint-Nazaire. Nu nog zijn er sporen van de gevechten te zien op de muren van de U-bootbunkers. De betonijzers liggen op sommige plaatsen bloot als gevolg van de granaatexplosies tijdens de gevechten van de commando's tegen de Duitse bezetter van Saint-Nazaire en later gedurende de geallieerde bevrijding.



De U-bootbunkers liggen er tegenwoordig kaal, donker en grauw bij.[bron?] De in- en uitgangen zijn bijna alle versperd met aanlegsteigers voor jachten en andere vaartuigen. Binnen zijn de voormalige aanlegplaatsen voor de onderzeeërs gehalveerd tot de helft, doordat men houten vloeren heeft aangelegd. Dit merkt men verderop in de kapelgaten in de muren, waar meerpalen voorzien waren voor de U-boten. Met de eertijds volledige meerplaatsen konden twee U-boten naast elkaar aan de kaden afmeren, waar twee grote U-boten konden liggen in bijna elke bunker. De kleinere U-boten, zoals o.a. de U-1, U-2, enzovoort, konden bijna met vier in zo'n bunker liggen.

Bovenop de bunkers heeft men een panoramisch uitzicht op het Bassin de Saint-Nazaire en het omliggende havencomplex. Aan de straatkant en de eigenlijke wegingang, lopen de muren schuin naar boven zodat het dak van het bunkercomplex overhelde. Er is een cafetaria, en een tentoonstellingsruimte met een expositie over de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog.



Hiermee is dit verhaal over de Loire ten einde. Hopelijk heb je ervan genoten of iets van geleerd (?)
Frankrijk is een mooi land en is het "bezoeken" meer dan waard.

Tot een volgende keer (?)








vrijdag 12 februari 2016 - 22:36
Paronoto

Paronoto

Allemaal met "verstomming geslagen"
dinsdag 26 april 2016 - 17:32
WillyN

WillyN

Zeker met verstomming geslagen!!!
Prachtige bijdrage Paul.
Roept bij mij vele, mooie herinneringen op
Ne mens zou "goesting" krijgen om subiet zijn valies te pakken.

Hartelijk bedankt

Willy
donderdag 28 april 2016 - 11:22

Voeg een reactie toe

Log in of registreer om dit onderdeel te gebruiken
Terug naar boven icoon