menu
Tuinadvies
Geef dit een bloemetje 0

Namibia 2010 -- het reisverhaal -- deel 1 van 3

AlainFSD

AlainFSD

Blog Namibië 2010
Dag 1 en 2 – 29 en 30 oktober 2010
Gisteren, 29 oktober via Brussel airport -> Caïro-> Johannesburg met EgyptAir gevlogen om het laatste stukje tenslotte met British Airways tot Windhoek/Namibië te doen. Na een lange vliegtuigreis (alles bij elkaar + 20h00 vliegen) in Windhoek geland om 14h30. Opgepikt aan de luchthaven (een klein lokaal ding zoals bij ons thuis in Oostende) door de maatschappij van onze verhuurauto die ons naar ons hotel bracht om daar even een dag te bekomen van de vermoeiende reis.
Deze morgen, zaterdag 30 oktober terug opgepikt door ASCO die ons naar de garage bracht. Ikzelf en mijn twee medereizigsters hebben er de wagen opgehaald (een nieuwe Toyota Hilux met afgesloten bak achter de stuurcabine) heeft twee extra reservewielen evenals een tweede" benzinetank omdat de plaatsen hier erg ver van elkaar af liggen en op die manier een autonomie van 1000 km kan worden gegarandeerd tussen twee tankbeurten. Snel nog de supermarkt in om mondvoorraad aan te leggen voor onderweg (vooral veel drinkbaar water) en een nationale sim-kaart voor in het mobieltje gekocht in de nabije shopping mall, zodat we bij elke reservatie van een volgend logies geen internationaal telefoongesprek zouden moeten betalen via België. Om twee in de namiddag valt het openbare leven in Namibië volledig stil voor de rest van het weekend, geen open winkel meer te bekennen dus er was haast bij om onze voorraad in te slaan.
Stond nog op het programma, als opwarmertje voor onze reis, een bezoek aan de enige Botanische tuin van Namibië, hier in Windhoek. Ik had mijn huiswerk blijkbaar niet goed gemaakt want tijdens het rijden was ik de gegevens nog eens aan het overlopen op mijn I-pod en kwam tot de constatatie dat die tuin open is van maandag tot vrijdag, vandaag zaterdag dus niet.
OK, nog wat rondgestruind in de wijde omgeving van Windhoek om tenslotte om drie in de namiddag te lunchen tussen jonge Afrikaners die er in een eetstalletje aan de Avis-dam in open lucht luidruchtig van de plaatselijke whisky-cola en een blijkbaar belangrijke rugbymatch op groot scherm op tv zaten te genieten.
Na wat puffen en blazen (+36°C in de schaduw) in en rond de dam (leeg en droog vanwege het (hopelijk) einde van het droge seizoen) terug naar ons hotel getuft en toch al wel een vijftal volwassen Bobbejaans (bavianen) tegen het lijf gelopen.
Morgenochtend na een vroeg ontbijt begint de eerste echte grote test 'linksrijden voor beginners' want ik wordt verondersteld om tot in Keetmanshoop te rijden, zo'n 485 km zuidwaarts, nog zo'n 10°C warmer om er te overnachten in het Quiver-tree-forest camp (Quiver trees kennen wij beter onder hun Afrikaanse naam : kokerbooms oftewel Aloe dichotoma), voor mij iets wat alvast een eerste hoogtepunt van deze reis moet worden.
18h25 locale tijd.
G591/G592
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Groetjes van Nele, Greet & Alain
We zijn vertrokken voor een maand planten en beestjes

Ook dit nog : Namibische tijd = Westeuropese tijd, dit tot en met vandaag en wel om deze reden : jullie voeren vanaf morgen dat vervelende winteruur in en wijzelf voelen gezien de temperatuur en het lengen van de dagen daar geen enkele behoefte toe

Dag 3 31 oktober 2010
Een superdag, een hele lange rit van ons verblijf in de hoofdstad Windhoek via Mariental naar het zuiden in Keetmanshoop (net geen 500 km) maar met een grootste onderscheiding voor onze chauffeur van de dag : Nele.
A1342
[afbeelding verwijderd niet-https]
Amper 5 stops onderweg vanwege die afstand en een eventuele extra bonus voor Nele’s wishlist voor deze reis mits we vòòr 17h00 in ons logies aankomen. Om 9h30 rijden we voorbij de steenbokskeerskring.
Net voor halverwege en voor Mariëntal verlaten we de snelweg en rijden naar het westen naar een park dat luistert naar de naam Hardop Dam. Het belooft nu al weer een bloedhete dag te worden.
WP (waypoint) 222 is de eerste echte fotostop op deze reis en is aan de ingang van het park waar het meteen prijs is, enkele volgroeide kokerbomen (Aloe dichotoma) staan er te blinken in de middagzon, precies vanwege dat ‘dichotome’ splitsen van de kroon van deze vetplanten voelt de gladde stam koel aan omdat deze rondom beschaduwd is tijdens het middaguur. Enkele planten staan er met overvolle vruchten te pronken, nodeloos te melden dat die vruchten veilig werden opgeborgen in de bagage.
A1355/A1356
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Als je er je ogen tot spleetjes knijpt zou je je haast in Sonora wanen in Mexico of in zuidelijk Arizona. Volop tafelbergen (op het Amerikaanse continent Mesa’s genoemd) en uitwaaierende manshoge struiken die zo voor Ocotillo’s zouden kunnen doorgaan.
A1349
[afbeelding verwijderd niet-https]
We vervolgen onze weg in het park om net voor de oevers van het meer (WP 223) op onze linkse zijde te worden voorbegerend door een drietal voëlstruisen (struisvogels).
G600
[afbeelding verwijderd niet-https]
Aan het meer niet echt veel indrukwekkends maar een groot aantal op Datura’s (Brigmansia) lijkende lage planten, nu eens met bloem dan weer met stekelige golfbalgrote vruchten.
A1366/A1368
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Op de terugweg net voor de eerste vakantiebungalows staan een nieuwe zeer warmte gestreste lage Aloe-soort (WP 224).
A1378
[afbeelding verwijderd niet-https]
Terug op de snelweg en zuidelijk van Mariëntal stoppen we nog even om de benen te strekken bij een picknickplaats langs de weg en als echte spoorweglui gaan we er de sporen inspecteren die we heel de rit naast ons weten liggen, echter zonder passaga van maar één trein. Bij die halte (WP 225) staan enkele Acacia’s net in bloei en de trosvormige verder onopvallende bloeiaren trekken honderden kleine witte, met zwarte lijnen gemarmerde vlinders aan die zich komen tegoed doen aan de nectar.
G609/ A1395
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
De tijd dringt dus we moeten snel weer verder en komen op onze logeerplaats aan om kwart voor vijf, het is ons gelukt ! de ingang van de aanmeldpost wordt gesierd door een Ferocactus stainesii en een Echinocactus grusoni, mensen die van cactussen houden kunnen niet slecht zijn . Het Quivertree forest rest camp werd tijdig bereikt. Wat me ook hier weer opvalt is dat Afrikaans (doorspekt met de nodige dosis Duitse woorden) nog steeds de voertaal is.
Even verder op staan twee prachtige grote Cyphostemma juteae planten met een net beginnende bloei.
A1440
[afbeelding verwijderd niet-https]

Onze slaapplaats doet onwezenlijk aan(WP 226) vanwege de plastic, iglo-vormige lodges die van ver het landschap overheersen. Wat was nu de bonus van deze plaats ? Precies om vijf in de namiddag worden de gasten er uitgenodigd om op het vele hectaren grote domein de cheetah’s te gaan opzoeken om die te voederen. Wanneer Nele een jachtluipaard tussen de oren mag krabben en deze prompt begint te spinnen zoals een huiskat smelt ze zowaar haast, bovendien zien we enkele tientallen meters verder een trotse moeder met twee aandoenlijk ogende jongen die bezig zijn een ‘klipdassie’ (soort Afrikaanse marmot) op te peuzelen.
A1416/A1431
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]

Bekijk ook even onderstaande korte videoclip :
MOV00653
http://tinypic.com/r/30m4zrl/7
Moe maar voldaan gaan we douchen om daarna bij een paar flessen Vonkelwijn (Zuid-Afrikaanse schuimwijn) te dineren en Greet’s verjaardag op een bescheiden maar gedenkwaardige manier te vieren. Gelukkige verjaardag Greet! Morgen blijven we hier een dag om de omgeving van Keetman te verkennen. Geen internet hier dus dit bericht wordt bij gelegenheid gepost. Terwijl ik dit verslag zit te tikken liggen beide dames al lang van grote katten en ander leuks te dromen. Tot gauw,

Alain
O ja, ook nog dit, blijkbaar mag je geen kokerboom als souvenir mee naar huis nemen. Ik werd dus vriendelijk verzocht om de bulldozer terug te plaatsen 
A1406
[afbeelding verwijderd niet-https]

Dag 4 01 november 2010
In de voormiddag vertrekken we vanuit ons logies en rijden op de B1 snelweg in tegenovergestelde richting als gisteren, terug naar het noorden. Dit maar voor heel even want net voorbij Keetmanshoop aan de linkerkant van de highway richting Windhoek komen we al snel aan Karas-park (WP 227). Een feest voor het oog als ik al vanaf de snelweg in de verte de vele honderden jaren oude kokerbomen (Aloe dichotoma zie staan). We slaan een gravelweg in en belanden tussen met afval gemaakte kunstwerken die er heel exotisch uitzien in deze dorre streek
A1451
[afbeelding verwijderd niet-https]
Maar dat is uiteraard niet waarvoor we hier zijn. De kokerboom, nationaal symbool van zowel Namibië als Zuid-Afrika is geeneens een boom maar een gigantische vetplant uit de familie van de Lelieachtigen en meer bepaald uit het geslacht van de Alwijnen. Grootste vertegenwoordiger van dit symbool is de Aloe dichotoma, en dat is de plant waarvoor we hier uiteindelijk zijn. Deze met gladde bast, holle bomen worden maximaal zo’n zeven meter hoog en houden van extreme droogte. Dat is ook waarom ze hier zo goed gedijen tussen de grote ijzerhoudende rotsblokken die als het ware de warmte van de dag opslorpen en die geheel de nacht beetje bij beetje weer afstaan. De holle takken van deze plant werd door de oorspronkelijke bevolkingsgroep van deze streek (de San mensen) als pijlstaarten en kokers gebruikt om hun jachtpijlen in te bewaren, vandaar de naam. Hier alvast enkele fantastische exemplaren van A. dichotoma , planten van 200 tot 300 jaar oud.
A1452/A1465
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Terwijl ik dit schrijf bedenk ik me dat er nog een tweede ‘kokerboom’ bestaat ,maar omdat ik tijdens deze reis uitzonderlijk geen plantenliteratuur bij heb om kilo’s uit te sparen in mijn bagage en dat er in ons logies al twee dagen geen internet verbinding is, waag ik me dus op glad ijs door te verkondigen dat een tweede veel zeldzamere soort veel lager in de stam vertakt en volgens mijn steeds meer falende geheugen naar de naam Aloe pillansii luistert ? Enfin, geen idee of we ver dan dicht bij die tweede soort zijn maar we doen met plezier en bewondering een wandeling door de wijde omgeving terwijl we van het uitzicht van deze buitenaards lijkende reuzen genieten. Inmiddels worden we aandachtig in de gaten gehouden door hagedissen allerlei die zich warmen op de rotsblokken in de ochtendzon
A1457
[afbeelding verwijderd niet-https]
Al gauw ontdek ik een laag bij de grond groeiende Euphorbia-soort die het hier bijzonder moeilijk heeft om te overleven, Verschillende planten hebben er het bijltje bij neergelegd na een ongelijke strijd tegen de droogte
A1462
[afbeelding verwijderd niet-https]
De andere exemplaren zien er alvast beter uit wanneer ze zich kunnen beschermen tegen de uitdrogende wind aan de schaduwzijde van een rotsblok; dit is alvast het enige jonge plantje dat ik er zag.
A1461
[afbeelding verwijderd niet-https]
En dit is een close-up van één der cyatha aan het enige bloeiende exemplaar dat ik vond. Het lijkt mij een plant die tot de koraal-Euphorbia’s behoort, maar ik herinner me die alleen uit Madagascar, opnieuw het falende geheugen en geen back-up om iets op te zoeken helaas.
-Ik vermoed inmiddels dat het hier om een dwergvorm van E.dregeana gaat.
A1468
[afbeelding verwijderd niet-https]
Na enige tijd kom ik tegenover een tweede grootwordende Aloe-soort, eentje die zijn oude bladeren niet afwerpt zoals A. dichotoma. Helaas geen enkele bloem, daarvoor zijn we echt te vroeg, de eerste regens moeten ook hier nog duidelijk vallen. Hieronder een foto van het enige exemplaar dat er nog met een verdorde bloeiaar stond. Determinatie onmogelijk, of misschien schiet iemand op het plantenforum iets op met de gps-coördinaten voor WP 227 : 26° 25’ 07,7” Zuid tot 18° 11’ 26,3” Oost op een hoogte van 1146 meter ?

A1475
[afbeelding verwijderd niet-https]

Tot slot nog deze uitzonderlijke en mij totaal onbekende observatie ; ik zag alvast één exemplaar van A.dichotoma die aangetast was door een maretak (mistletoe) soort, een bij mijn weten niet beschreven geval van parasitisme bij A.dichotoma (?) Zie bijgaande foto’s als bewijs :
A1480/A1481
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Tot slot zag ik ook nog twee exemplaren van een supergestreste exemplaren van een weinig opzienbarende Sansieveria-soort :
A1487
[afbeelding verwijderd niet-https]
Ook dit nog : ik mocht opnieuw geen souvenir meedoen, en dan maar een foto van de erg originele afvalbakken alhier, afval in afval, = recyclage in het quadraat ?
A1486/A1484
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Tot slot nog dit, na deze stop heeft mijn geo-tagger het om onbekende reden begeven, dus bij de eigenschappen van de foto’s vind u vanaf nu helaas geen lengte/breedtegraad meer en moet ik zoals vroeger weer op mijn ouwe getrouwe Garmin-geko betrouwen om een Waypointlijst aan te maken.
WP228 was meer van hetzelfde maar met minder planten, een ondraaglijke hitte tussen de ijzerklompen (Giant’s Playground genoemd) en na een halfuur hadden we het vanwege de loden hitte hier echt voor bekeken.
WP229 Was een aangename avondwandeling in een dichtbij gelegen kokerboomwoud waar enkele foto’s bij zonsondergang best leuk leken. Vooral met de vele kwetterende wevervogels die in en uit hun reusachtige nesten vlogen.
A1507/A1511/A1524
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Tot zodra er weer online kan worden gewerkt,
Alain

Dag 5 – 2 november
’s Morgens vertrekken we vroeg na ons ontbijt in Keetmanshoop, echter niet zonder eerst in de plaatselijke Spar extra ijs en water te hebben ingeslagen want vandaag wordt het bloedheet. We rijden 180km zuid langs de B1 tot Grunau, het laatste dorpje waar een regulier tankstation is te vinden. Ontgoocheld rijden we terug verder vanwege een bord ‘no more diesel’. Zo dat was dan dat, de benzinemeter van onze Hilux staat gelukkig nog op vol maar de resterende hoeveelheid brandstof is moeilijk in te schatten met een dubbele tank. De benzine-indicator begint immers pas te zakken wanneer de hoofdtank helemaal leeg is.
We vervolgen onze weg via de C 12 richting Fish River Cañon, een niet geasfalteerde weg. De dames willen een foto van enkele grote rotsblokken naast de spoorweg. Bij het uitstappen (WP 230) zie ik meteen dat we hier op kwartsgrond lopen, zeer bemoedigend qua vooruitzichten voor plantengroei. En inderdaad al na enkele stappen zie ik deze zeer verdorde Mesemb
A1531
[afbeelding verwijderd niet-https]
Om enkele passen verder twee verschillende soorten kleine Euphorbia’s te zien, vooral de tweede vind ik spectaculair :
A1532/A1533
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Het is hier erg droog en dor en wetende dat elke Euphorbiasoort een giftig latex sap bevat moeten de geiten die we hier zien rondlopen wel erg wanhopig op zoek zijn naar voedsel want ik zie er verschillende van die stekelige Euphorbiaplantjes uit de grond gestampt om aan de wortels te kunnen eten :
A1536
[afbeelding verwijderd niet-https]
Terwijl dit klein spul blijkbaar niet op het menu staat :
A1538
[afbeelding verwijderd niet-https]
Het vervelende aan Namibia is dat, in tegenstelling met Amerika en Europa, waar de weiden worden afgesloten met prikkeldraad, iets waar je gemakkelijk onder op boven kunt klimmen om interessante dingen van dichtbij te gaan bekijken, dit hier absoluut geen optie is. Alle afsluitingen zijn gemaakt uit een soort grootmazig kippengaas, bovendien vaak in dubbele hoogte van een normale afsluiting (waarmee wilde dieren van de weg worden geweerd). Bovendien zijn de afsluitingen steeds van een elektrische draad voorzien.
A1542
[afbeelding verwijderd niet-https]
WP 231 en volgende zijn spectaculaire fotostops in het FishRiver/Ai-Ais-Richtersveld Transfrontier Park
A1551
[afbeelding verwijderd niet-https]
Eén van die uitkijkposten (WP234) heet Fish River viewpoint – The Edge. Dit is mijn leukste stop want plots verschijnen hier de Euphorbia virosa planten die ik mij herinner uit een recentelijk artikel al weet mijn vreselijke geheugen niet meer of het in de KuaS of in Euphorbia World was, zucht).
A1562
[afbeelding verwijderd niet-https]
Hier Greet en Nele bij een middelgroot exemplaar
A1566
[afbeelding verwijderd niet-https]
In deze extreme droogte zie ik slechts één plant met beginnende knopvorming
A1570
[afbeelding verwijderd niet-https]
De planten zijn duidelijk aan een overlevingsstrijd bezig want bij sommige planten is duidelijk dat de buitenste stammen afgestorven zijn, het laatste stadium van de strijd lijkt te zijn aangevat, iets wat ik eerder ook bij veschillende Copiapoa-soorten zag in de extreme droogte van de Atacama woestijn in Chili.
A1571
[afbeelding verwijderd niet-https]
De enige begeleidende plantensoort dat hier nog staat is een roodgestreste Aloë garipensis waarvan de meesten in het puin van het dal lijken te groeien
A1573/A1577
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
We besluiten dat het welletjes is geweest en rijden naar de uitgang van het park, alwaar we in de schaduw en bij ‘slechts’ 38°C genieten van een welverdiende frisse pint alvorens terug te rijden naar ons logies :Cañon Roadhouse (WP 235), een logies dat is opgebouwd rond het thema oude wagens. Die mensen hebben gevoel voor humor en willen ons laten geloven dat een kokerboom dwars door het motorblok van een oldtimer is gegroeid 
A1581/A1583
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Gevoel voor humor in meer dan één betekenis van het woord, want een internetaansluiting per telefoonlijn kost er 40 NAD (Namibische Dollar) voor een halfuur ofwel 5 Euro, neen, dank u wel.
Tot wederhoren,

Alain
Nawoord : sorry voor het vertraagd posten van deze berichten maar internet is hier echt nog een zeldzame bedoening en indien wel aanwezig, héél duur vanwege de satellietverbindingen.
Dag 6 – 3 november
Vroeg in de morgen, net na een ontbijt verlaten we het Cañon Roadhouse nabij de Fishriver cañon, een lodge in het teken van de vooroorlogse Duitse ‘Gründlichkeit’, maw alles kan blijven dienen en om een kwinkslag zitten’ wir nimmer’ verloren :
A1589/A1594
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
We rijden helemaal tot aan de zuidgrens met Zuid-Afrika (RSA) om er via het grensstadje Noordoewer (what’s in a name) de ‘scenic gravelroad along the Orange River’ te nemen naar de westkant van de grens met Namibië/RSA. Alleen wordt die dirtroad, oftewel gravelroad op dit eigenste moment en onder onze eigen hete kont omgetoverd in een asfaltweg, letterlijk terwijl we er over rijden !
A1599/A1602/A1603
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Na een twintigtal kilometer voorbij Noordoewer waar we lunchten in de Wimpy’s en na de asfaltervaring verandert de D 212 in wat het beloofde te zijn, een dirtroad, ons soort wegen waar we ons het best op thuis voelen met ons 4x4 monster. Al gauw gaat Nele in de remmen wanneer ik links (aan de kant van de oever) opnieuw talloze E. virosa ontdek op een heuvelrug. Ook hier valt net zoals aan Fishrivercanon op dat sommige stammen aan hun groeipunt lijken aangetast met een gelige schimmel, de ‘struggle for life’ lijkt ook hier volop bezig. . .
A1631
[afbeelding verwijderd niet-https]
Op diezelfde stop staat ook veel ander ‘vets’ waaronder deze dode plant, iemand die dit herkent ? Enkele meters verderop vind ik slechts één levend exemplaar en nu pas wordt het duidelijk dat het hier om een Sarcocaulonsoort (S.patersonii ?) gaat uit de familie van de Geraniums. Misschien moet ik volgende zomer maar eens wat anders in mijn pelargoniumpotten planten 
A1627/A1634
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Ook die niet/vettig grut lijkt hier goed te gedijen :
A1639
[afbeelding verwijderd niet-https]
Bij een volgende stop (WP237) bekent de ‘andere’ kokerboom plots zijn plaats in het landschap, Aloe pillansii . Een veel slankere (en blijkbaar is mijn geheugen niet helemaal dood want duidelijk lager in de stam splitsend dan de eerder geziene A. dichotoma) :
A1641
[afbeelding verwijderd niet-https]
In de onmiddellijke omgeving groeit dit vetplantje dat de droogte maar net lijkt te doorstaan; foto van plant en bloem :
A1643/A1644
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Bij WP 238 gaat Nele volop in de remmen wanneer ik STOP brul omdat ik in een ooghoek en in dezelfde kleur als de rotsen iets meen te herkennen waarvan ik met zekerheid weet dat ik de heer Bosma zal doen watertanden: een bijna 1 meter hoge Hoodia in volle glorie, één slechts één exemplaar in de wijde omgeving op een gelijkkleurige rotsformatie :
A1662
[afbeelding verwijderd niet-https]
Is dit nu al de foto van deze reis ?
Moe maar voldaan komen we in de nabijheid van het mijnstadje (zink) Rosh Pinah, een stofwolk uit de mijn komt ons tegemoet gewaaid. Deze plaats doet (ook qua uitzicht) akelig veel aan Taltal denken in Chili :
A 1665
[afbeelding verwijderd niet-https]
Op goed geluk hebben we er telefonisch logies geboekt vanuit Keetmanshoop . . . Het is sinds meer dan 20 jaar mijn droom om ooit de ‘halfmensen’ in levende lijve te zien. Dit is naar mijn persoonlijke mening de moeilijkste plant om in onze NW-Europese kassen te laten overleven . . .
Zou het eventueel mogelijk kunnen zijn dat de straatnaam van ons logies enige voorspelling inhoudt ???
Come and see at this theatre next time
A1767
[afbeelding verwijderd niet-https]
Alain
Dag 7 – 4 november
Gisterenavond, sprak ik met de eigenaar van het logies waar wij verbleven na het diner. Ik vroeg hem of hij wist waar de straatnaam van zijn lodge naar verwees. Het antwoord was ja, en of ik weet hoe een halfmens er uit ziet. Ik zeg hem dat ik er een tweetal in mijn serre heb staan van pas enkele jaren oud. Of hij misschien ook weet waar die kerels dan wel groeien ? Uiteraard, wel bepaald op nog maar drie plaatsen; 2 in het Richterspark over de grens in RSA, en één plek in Rosh Pinah op privé-terrein.
Vandaag 4 november steken we mits de nodige papieren van de verhuurmaatschappij van onze wagen de grens over naar het aards paradijs voor elke rechtgeaarde C & S liefhebber : Richtersveld Nationaal Park. Dank zij Gunther en Ernst Van Jaarsveld weet ik dat ondanks wat de reisgidsen ook beweren dat ik geen dagpermit nodig heb om het park te betreden tijdens deze periode van het jaar.
En dank zij de uitleg van de eigenaar van onze lodge die op mijn kaart van Richtersveld heeft aangeduid waar de halfmensen groeien steken we met een gerust gemoed de grens en de Oranjerivier over die de grens tussen Namibië en RSA is in Sendelingsdrift, tevens ingang van Richtersveld NP /
Overzet
[afbeelding verwijderd niet-https]
Of via deze videoclip :
MOV000829
http://tinypic.com/r/35aq4ya/7
Vooraleer verder te gaan met het verhaal, dat overigens grotendeels uit foto’s bestaat van vetplanten en meer vetplanten toch even een woordje uitleg over wat halfmensen zijn voor de niet plantenliefhebbers die dit verhaal proberen te volgen :
Deze zeldzame vetplant behoort tot het plantengeslacht van de Pachypodiums (letterlijk vertaald = dikvoeten). Dit geslacht heeft enkele vertegenwoordigers in Namibië, Zuid-Afrika en verder een groter aantal in Madagascar.
Eerst de ernstige uitleg over deze planten. Pachypodium namaquanum’s groeien in erg dorre plaatsen op meestal zuidelijke heuvelflanken rond de Oranjerivier en worden anderhalve tot twee meter hoog. De kroon van de plant richt zich altijd in noordelijke richting (we zijn op het zuidelijk halfrond, dus de planten draaien hun kopje naar de zon). In de ochtend- of avondschemering lijken de silhouetten van deze raar uitziende planten een beetje op mensen die staan te treuren.
En dan nu het verhaal zoals het door de Khoi en de Nama wordt verteld, twee van de eerste stammen uit zuidelijk Afrika. Het verhaal gaat dat de Nama oorspronkelijk ten noorden van de Oranjerivier woonden en daar een oorlog verloren tegen een sterkere stam. Hierdoor moesten de Nama uitwijken bezuiden de Oranjerivier. De stamleden die vol weemoed op de heuvels rond de Oranjerivier naar hun verloren gegane gronden in het noorden keken veranderden ter plaatse in planten en staan tot vandaag mijmerend naar hun vroegere thuisland te staren.
A1677/A1679
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Al bij de tweede halte (WP 240) is het prijs, dank zij de uitstekende uitleg van onze man in Rosh Pinah staan wij oog in oog met de halmensen :
A1686
[afbeelding verwijderd niet-https]
Meteen valt deze meerkoppige plant op door zijn enorme afmetingen, dit is duidelijk en erg oud exemplaar :
A 1687
[afbeelding verwijderd niet-https]
Dit is in elk geval de enige plant die ik zag met een geopende bloem :
A1697/A1698
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
U zult me moeten geloven op mijn woord want de plantkop was net te hoog om die van bovenaf te fotograferen maar aan de basis van de bloembuis zaten twee wolluizen. Niet alleen in onze verzamelingen hebben we dus last van die veelvraten.
Hier een kort overzicht van de vele tientallen vetplanten die we zagen, al dan niet in bloei :
A1701/A1705/A1719/A1731/A1733/A1737/A1740
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
We moesten voortmaken want de laatste pont terug naar Namibië was om 16h00, echter niet vooraleer nog de geboorte te zien van twee geitjes
A1759
[afbeelding verwijderd niet-https]
En snel een foto te nemen van deze Hoodia met vruchten :
A1766.
[afbeelding verwijderd niet-https]
Moe maar voldaan komen we terug aan in onze lodge waar het jonge stel dat er de zaak uitbaat me een uniek voorstel doet.
Of ik interesse heb om ’s anderendaags de halfmensen te gaan bekijken die aan de Namibische kant van de grens staan. Voorwaarde : om 06h00 ontbijten, zij zorgen voor frisdrank en een sandwich tijdens de lange klim en hun allerliefste hond Cocco gaat mee om zich uit te leven in de heuvels boven de zinkmijn van Roch Pinah.
Euhh, en wat moet dat kosten aub ?
Ach, alles samen voor jullie drie : 300N$ (=30 Euro) en we zijn voor de middag terug in de lodges want er staat jullie daarna nog een lange rit te wachten naar de kust van de Atlantische oceaan via de verboden zone.
Dankbaar maak ik gebruik van hun aanbod !

Tot morgen,

Alain
Dag 8 – 05 november
Na een vroeg ontbijt verlaten we de logeerplek in Rosh Pinah en volgen de uitbaters in hun bakkie richting zuid. Bij de eerste dirtroad slaan we links af van de hoofdweg richting Namusberg om bij de eerste splitsing de verboden aftakking links te volgen met bord “no entry, mining erea”. Vervolgens rijden we nog een kilometer om na een hekken te zijn gepasseerd tot stilstand te komen aan deze afsluiting WP246.
A1810
[afbeelding verwijderd niet-https]
Een eerste indrukwekkende plant die we er langs de kant van het klimmend pad zien zijn deze erg mooie Tylecodon paniculatus :
A1778
[afbeelding verwijderd niet-https]
Van op een eerste rustpunt kijken we uit op de wijde naakte vlakte ten zuiden van Rosh Pinah . Onze begeleiders vertellen ons dat ze er hun zaak begonnen in het voorjaar 2008 en dat deze gehele vlakte toen een groene oase was. Normaal begint het regenseizoen eind oktober en bestaat deze uit regelmatige buien tot eind november om daarna in december in volle hevigheid los te barsten. Dit is sedert 2008 niet meer gebeurd en alhoewel iedereen vanwege de wolken gisteren hoopvol omhoog keek bleef de regen achterwege. Het lijkt duidelijk dat ook hier ernstige klimaatswijzigingen aan de gang zijn. Met een zucht vervolgt de jonge man dat er dit jaar amper 5 mm regen is gevallen in Rosh Pinah.
A1779
[afbeelding verwijderd niet-https]
Net boven de zinkmijn en naar adem happend toont hij ons de twee grootste halfmensen uit Rosh Pinah, die zij aan zij over het mijnstadje en diens werkgever uitkijken :
A1782
[afbeelding verwijderd niet-https]
Op dezelfde richel maar onbereikbaar staat een mij onbekende Hoodiasoort met kleine crèmekleurige bloemen te bloeien. De losliggende rotsblokken verhinderen me echter deze plant van héél dichtbij te gaan bekijken, jammer.
A1786
[afbeelding verwijderd niet-https]
Plots blijkt Cocco twee ‘klipdassies’ hoog op de heuvel in de gaten te hebben en vergeet even dat hij maar een hond is en gaat er helemaal achteraan. Slechts met veel moeite kan door zijn baasjes tot de orde worden geroepen.
A1791
[afbeelding verwijderd niet-https]
Wanneer ik even verderop een foto neem van een Sarcolcaulon patersonii vraagt onze gids of ik de Afrikaanse naam van deze plant ken ? Neen dus . . . Waarop hij Boesmankers antwoordt (Bosjesmannenkaars)
A1792
[afbeelding verwijderd niet-https]
Vragend kijk ik hem aan en hij gaat verder dat deze planten, dood of levend zoveel olie bevatten dat nadat je ze hebt doen vuur vatten nog uren kan branden zoals een kaars. Hij raapt een dode plant langs de kant van het pad en toont wat hij bedoelt
A1805
[afbeelding verwijderd niet-https]
Na deze mooie voormiddag nemen we afscheid van onze gastheer en –vrouw en na te hebben gepakt verlaten we Rosh Pinah en rijden langs het enorme Sperrgebiet richting Luderitz. Dit niet zonder een stop in te lassen om er de verwilderde paarden in de woestijn te gaan bekijken na in Aus te zijn afgeslagen.(WP 247)
A1820
[afbeelding verwijderd niet-https]
Soms, heel af en toe, denken we dat ze ons hier niet echt graag zien komen 
A1869
[afbeelding verwijderd niet-https]
Tot morgen, als we al ooit nog eens een internetverbinding op de kop kunnen tikken.

Alain

Dag 9 – 6 november
Een overgangsdag en kilometervreter. Vanuit de ietwat ingedommelde en erg winderige kustplaats rijden we oostelijk naar Aus om vanaf dan pal noord te rijden via de scenic gravelroad richting Sossus Vlei, de topattractie van Namibië waarvan de foto op elke vakantiefolder prijkt. Resultaat, alle in de nabijheid gelegen logeerplaatsen zijn volledig geboekt en we vinden logies op zo’n vijftig km ten zuiden van deze attractie in de Hammerstein lodges, alle logies in deze streek zijn dan ook buiten proportie duur. Net onder Luderitz ligt Kolmanskop, een verlaten spookdorp dat de tand des tijds amper heeft doorstaan en zijn bloeiperiode kende tijdens het interbellum. Enkele toeristische kiekjes :
G929/G933/G934/G946
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Omdat het nu eenmaal middag is en nadat we net het ‘Namib Rand Nature Reserve’ zijn binnengereden blijkt onze tripteller op 2000 km te staan, niet slecht voor een land met hoofdzakelijk gravelwegen, een auto met het stuur aan de verkeerde kant en de bedoeling om aan de linker kant van de weg te rijden. We besluiten dit te vieren met een geïmproviseerde sandwich uit het vuistje (WP 251)
A1874
[afbeelding verwijderd niet-https]
En weten jullie wat dit algemeen voorkomend verkeersbord betekent ?
A1877
[afbeelding verwijderd niet-https]
Uren later, stoppen we omdat in de heuvels al een poosje grote groepen Euphorbia virosa te bemerken zijn en plots ook (helaas achter) de weidafsluiting enkele prachtexemplaren staan. Van op een geschatte afstand van 30 meter hoor ik een gezoem van jewelste op en rond zo’n plant. Niets is onmogelijk en ik raak alsnog over de afsluiting om deze plant van dichtbij te gaan observeren.
Honderden, correctie, duizenden cyathia’s staan in volle bloei en een ware micro wereld van talloze insecten profiteert van de tijdelijke overvloed aan nectar :
A1883/A1884/A1885/A1886
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Enkele uren later en zo’n 500 km gravelwegen komen we moe maar voldaan aan in ons logies. Kleine correctie, ik ben ontgoocheld dat ondanks het tegenovergestelde op hun site staat vermeld ook hier geen wifi-verbinding is te bespeuren, enfin, hopen op beter . . .
Terwijl we er in de schaduw genieten van een welverdiende pint, krijgen we er het gezelschap van een nogal eigenaardig huisdier, deze springbok, ik heb ze alvast liever op mijn bord bij het avondeten…
A1889/A1892
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Alain

Dag 10 –7 november
OK, dit heeft absoluut niets met planten te maken en hoort hier dus misschien niet echt thuis maar moet er wel bij om het verhaal te vervolledigen. Sossusvlei is nu eenmaal het hoogtepunt van toeristisch Namibië en ja, ook wij hebben duin 45 plichtsgetrouw beklommen zoals in het ‘de boekjes’ staat (WP 254) :
A1903/A1906/A1908
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Mooier vind ik Deadvlei , dat zich even verder op bevindt
A1920
[afbeelding verwijderd niet-https]
waar je mits vroeg genoeg opstaan (over de middag is de temperatuur er sowieso niet te harden) en op voorwaarde er vóór de grote massa aan te komen kun je nog allerlei sporen van de zich tot de nacht beperkende activiteiten van de locale fauna zien :
A1927/A1929
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Om er tot slot in een uitgedroogde kleipan de schoonheid te mogen aanschouwen van tientallen skeletten van lang geleden gestorven bomen( Kameeldoring in het Afrikaans = Acacia erioloba)), die er in de ochtendzon een onaardse schoonheid tentoon spreiden :
A1933/A1939/A1941/A1944
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Alain

Dag 11 – 8 november
Opnieuw een dag van vele kilometers rijden in onze woestijnmobiel. Nele heeft enkele van haar favoriete CD’s meegebracht op deze reis en om acht uur in de morgen brult Till Lindemann dat een mens in brand staat in Rammstein. Een eerste halte dient om eindelijk een foto te nemen van de in Afrika alom tegenwoordige weversnesten in oude Acacia parasolbomen. Deze in kolonies levende vogels bouwen nesten die een enorme omvang hebben met tientallen in en uitgangen, een echte vogelstad als het ware.(WP 257). Vaak breken de dikke takken van deze bomen af onder het gewicht van deze nesten.
A1958/A1959
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
We zijn meteen wakker en rijden noord richting Solitaire. Solitaire is gat in de woestijn dat bestaat uit 1 benzinestation annex souvenirshop. Eén luxe lodge en tot slot de bekendste bakkerij van Namibië; vooral hun appeltaart verdient enige aanbeveling (WP258). We worden er verwelkomd door deze grond-eekhoorns terwijl een koppel kraaien vanuit een boomkruin toekijken.
A1970/A1973/A1975
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Hier woont duidelijk een cactusliefhebber of was u ooit op het idee gekomen om uw oude auto als bloempot te gebruiken ?
A1976/A1980/A1984/A1988
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Een tweede keer, maar dan nu in noordelijke richting steken we de steenbokkeerkring voorbij, altijd goed voor een extra fotostop (WP259)
A1996
[afbeelding verwijderd niet-https]
Hierna gaat het richting west (Atlantische kust), door de Gaub-pas, waar naast een Cyphostemma achtige plant (WP 261)
A2022
[afbeelding verwijderd niet-https]
alleen deze Euphorbia’s (WP 262) voor enige afwisseling in het landschap zorgen :
A2028/A2031
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Naast vele dode exemplaren vind ik er één ‘jonge’ plant.
A2036
[afbeelding verwijderd niet-https]
Hierna rijden we door een vervelend zanderig maanlandschap (er groeit absoluut niets) om in de late namiddag aan te komen in Walvisbaai. Walvisbaai was jarenlang een Zuid-Afrikaanse enclave in Namibië vanwege de economisch zeer belangrijke diepwater haven. Deze moderne stad is met zijn 60.000 inwoners een aantrekkingspool voor vele mensen die de dorre woestijn ontvlucht zijn. Ten westen van Walvisbaai ligt een uitgestrekte lagune waarin vele duizenden watervogels zoals flamingo’s en pelikanen zich thuis voelen en dit ten midden uitgestrekte ondiepe opvangbekkens waar zout wordt gewonnen door deze te laten verdampen bij laag water (Salt Works).
A2038/A2041/A2051
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Tot morgen (en ook in Walvisbaai geen wifi, woaw, waar dan wel verdorie ? )

Alain

Dag 12 – 09 November
Eindelijk (en misschien voor het laatst ? ) nog eens een dag volledig aan één plant gewijd !
Vandaag is niet minder dan Welwitchia dag; de haast mythische plant die oostelijk van Swakopmund groeit in wat bekend staat als het maanlandschap. Een speciale ‘permit’ is nodig om deze planten te gaan bekijken. Die wordt afgehaald op het bureau van het ministerie voor natuurbehoud en toerisme in de ‘Ritterburg’ aan de hoek van de Bismarckstraat en de Sam Nujoma Ave in Swakopmund ; een statig huis uit de Jugendstiel-periode uit begin vorige eeuw, eerste verdieping op het einde van de gang. Bij de permit hoort een plannetje met een twaalftal bakens die men ‘langs het pad’ passeert en waarop de al dan niet ‘interessante bezienswaardigheden’ worden vermeld. We hebben vandaag amper 150 km voor de kiezen en ondanks een algemeen gevoel van vermoeidheid in deze loden hitte beginnen we blij gemutst aan onze opdracht. Vandaag overschrijden we de 3000 km met onze Hilux 4.0 liter/diesel, een dag die bestaat uit zeven stops (van 264 tot en met 270) met als enige (WP 264) niet plantenstop omdat deze meteen het begin van het maanlandschap inluidt :
A2059
[afbeelding verwijderd niet-https]
Kort hierna ontwaren we het eerste exemplaar van Welwitchia mirabilis (WP 265), en laat ik maar eens breeddenkend zijn en meteen de coördinaten meegeven bij deze bijzondere plant. Blijkbaar is ook zonder de minste vorm van neerslag (deze streek is net als de Atacama in Chili en zuidelijk Baja California in Mexico evenals de westkust van Marokko geheel afhankelijk van mistlagen die via zeestromingen het land worden ingeblazen voor de bevoorrading van vocht {lees mistdruppels}). Dit is de derde van deze vier plaatsen in de wereld die ik momenteel bezoek om op die manier ook de invloed op de plantengroei te observeren.
A2060
[afbeelding verwijderd niet-https]
Ook zonder echte neerslag is deze plant in de verder totaal kale omgeving op het idee gekomen dat de ‘lente’ in aantocht is en is daarom aan knopvorming begonnen (mannelijke plant) :
A2062
[afbeelding verwijderd niet-https]
Eén van de weinig voorkomende andere levende wezens op deze bloedhete plaats is de witte Namib woestijnkever : Cauricaca eburnea, blijkbaar met uitsterven bedreigd, maar net niet genoeg bedreigd om aan Greet’s camera te ontsnappen :
G1116
[afbeelding verwijderd niet-https]
In en op elke Welwitchia krioelt het ook van het leven van zodra de passerende toerist de discipline heeft om stil te staan en geen vibraties meer via de zandbodem te verspreiden vertonen er zich per plant tientallen kevers, een lichtgele soort met vlekken en een veel kleinere oranje soort (onscherpe foto) , deze beestjes schijnen onontbeerlijk te zijn voor de bestuiving van de W. mirabilis.
A2067/A2070
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Maar vooraleer verder te gaan met het verhaal van Welwitchia mirabilis toch ook hier weer even heel kort het verhaal van deze uitzonderlijke plant voor de niet botanisch geïnteresseerde medelezers :
Deze fossiele zaadplanten komen voor in de woestijnstrook ten oosten van Swakopmund tot net over de noordgrens met Angola (waar mijn haperend geheugen vermoedt dat deze plant oorspronkelijk ontdekt werd eind de jaren 1800, begin 1900 door een {Pruisisch of Weens botanicus die de plant naar zichzelf vernoemde} ?(hulp van het tuinforum wordt tijdens deze bijna totaal internetloze reis zeer gewaardeerd)) . Enfin, om een lang verhaal kort te maken, na de sporenplanten (schimmels, paddenstoelen, varens enz) kwamen de zaadplanten hun succesverhaal op onze planeet bewijzen. Eén van de laatste vertegenwoordigers van de eerste zadenvormende planten is Welwitchia mirabilis. Deze plant vormt vanaf de kieming twee, en slechts twee tegenover elkaar staande bladeren die eeuwig blijven doorgroeien. Dit betekent dat het kluwen van ‘ogenschijnlijk veelvuldige bladeren’ bij de 1000 + jarige exemplaren nog steeds dezelfde twee oorspronkelijke bladeren zijn die door de ‘ tand des tijds ’ (in dit geval een combinatie van zand en wind) zodanig zijn ‘versleten’ zodat slechts repen van die bladeren zijn overgebleven en aldus een meerbladerige plant doet vermoeden. Het grootste en oudste levende exemplaar (WP 270) wordt geschat op een leeftijd van +/- 1500 jaar oud. De plant is voor de bestuiving geheel en al afhankelijk van de rode (helaas niet scherp gefotografeerde) Welwitchia-kever, zoals hierboven getoond. Deze planten hebben mannelijke en vrouwelijke exemplaren die in elkaars buurt groeien om bestuiving mogelijk te maken. Omdat het hier nooit regent onttrekt deze plant via zijn bladeren en horizontaal (net) onder de grond groeiende wortels net voldoende vocht die door de zeestroming via mistflarden het land wordt binnengevoerd. Wie de rijpe vruchten mag bekijken komt al vlug tot het inzicht dat deze plant veeleer tot onze pijnbomen (spar en den) verwant is dan tot onze bladeren dragende bomen vanwege de typische kegelvormige vruchten :
A2068
[afbeelding verwijderd niet-https]
Oorspronkelijk zijn we wild enthousiast bij elke nieuwe plant die we ontdekken tot we zien dat er echt wel veel meer zijn dan we eerst hadden vermoed.
Tot slot nog deze knaller, de oudste van allemaal en afgeschermd van de al te enthousiaste verzamelaar; een metersbrede en –hoge exemplaar :
A2106/A2107
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Later die namiddag bezoeken we op onze terugweg naar Walvisbaai ook nog Swakopmund waar deze ‘Kaapse hoenderen’ met hun kuikens voor ons op de vlucht gaan in een plaatselijk plantsoen aan de locale vuurtoren :
G1168/G1175
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
O, ja, dit geheel terzijde : het leven is hard in Namibië, vooral wanneer we met onze voeten in de zee mijmeren over het koude natte weer in NW Europa deze tijd van het jaar . . .
G1182
[afbeelding verwijderd niet-https]

Groetjes, en wie weet wanneer ik dit bericht gepost krijg. Het vele woestijnzand heeft mijn Nikon D200 camera en objectief erg krakerig en stoffig gemaakt al was ik hiervoor door diverse bronnen vooraf gewaarschuwd . . .zand en fijn stof zijn ‘ de ‘ constante in Namibia.

Alain
Dag 13 – 10 november

Voor hen die dit verhaal op tuinadvies volgen moet ik me voor vandaag verontschuldigen vanwege geen enkele plant die aan bod komt. Vandaag is een overgangsrit want onze reis schiet zo goed op dat we hebben besloten het noordwesten van Namibië als extra aan onze uitstappen toe te voegen. We vertrekken vanuit Walvisbaai en rijden vandaag steeds langs de kust richting Cape Cross waar een enorme populatie ‘Cape Seals’ (ik weet meer van planten dan beesten, dus zijn het nu zeehonden, zeeleeuwen of robben ? Daarom hou ik het op de Engelse term : Cape seals).
Slechts twee stops vandaag, en de eerste is om een drankje en een plasje te doen nabij Henties baai in een visserscafé(WP 271). Nog vooraleer we de wagen kunnen uitstappen worden we er verwelkomd door dit olijke duo stokstaartjes :
A2113
[afbeelding verwijderd niet-https]
Die elkaar al rollebollend bevechten om toch maar de meeste aandacht van ons te krijgen :
A2116
[afbeelding verwijderd niet-https]
Hoeft het nog gezegd dat beide dieren op de nodige liefde van Nele kunnen rekenen ?
A2130
[afbeelding verwijderd niet-https]
Dit opschrift in het herentoilet is een klassieker, maar in het Afrikaans krijgt deze’ Witz’ natuurlijk wel wat extra charme :
A 2131
[afbeelding verwijderd niet-https]
Klanten worden er gewaarschuwd dat niet elk opschrift kan in deze zaak !
A2134
[afbeelding verwijderd niet-https]
Bij de kolonie seals aangekomen (WP 272) blijkt het paringsseizoen (okt/nov) in volle gang en we zien er dan ook constant (schijn)gevechten tussen de vele grote mannetjesdieren.
A2144
[afbeelding verwijderd niet-https]
Men hoort en ruikt vooral de kolonie van op grote afstand. De natuur mag hard lijken maar dit doodgeboren (of vroeg gestorven) jong wordt er verscheurd door de zeemeeuwen :
A2151
[afbeelding verwijderd niet-https]
We zien er talloze schedels en een enkele keer ook het skelet van een jong dier :
A2152
[afbeelding verwijderd niet-https]
Wanneer we een dier dat erg dichtbij ligt goed observeren , merk ik tot mijn verbazing op dat die beesten aan hun flippers teennagels hebben, net zoals wij :
A2157/A2158
[afbeelding verwijderd niet-https]
[afbeelding verwijderd niet-https]
Na een paringsdans die vele minuten duurt gaan een koppeltje er helemaal voor : sex on the beach !
A2161
[afbeelding verwijderd niet-https]
We zijn ook onverwacht getuige van de geboorte van deze pup :
A2163
[afbeelding verwijderd niet-https]
Nog nagenietend van deze ervaring blijkt een groep Duitsers het zowaar goed voor te hebben met deze drie Belgen : Gute Pad
A2160
[afbeelding verwijderd niet-https]

Nog even dit :
volgens onze reisgidsen die we raadplegen bestaat deze kolonie uit maximaal 150.000 dieren die te bezichtigen zijn van zaterdag tot en met donderdag. Op vrijdag is het reservaat gesloten, want op vrijdag is het ‘butcher’s day’; maw op vrijdag worden vele dieren afgeslacht voor de het vlees, de traan en de huiden. Gezien de diverse dode pups die we her en der op het strand zien liggen, lijkt me deze voetnoot uit de gidsen twijfelachtig maar ik geef het gewoon mee voor wat het waard is . . .
Tot morgen,

Alain
woensdag 8 december 2010 - 22:51
AlainFSD

AlainFSD

Dit moet uiteraard deel 1/3 zijn in de titel ipv deel 13, deel één van drie in het Nederlands. Ik word zo moedeloos van het gebrek aan herkenbare tekens op deze site; reden waarom ik de oorspronkelijke titel al van Namibië in Namibia diende te veranderen, zucht, diepe zucht !
woensdag 8 december 2010 - 22:58
linkin711

Linkin711

Super verhaal Alain!! Ik hoop dit ooit ook eens te kunnen doen!!

Mooie foto's ook!!

Een echte ervaring die iedere liefhebber wel wil doen denk ik!!

Jens
woensdag 8 december 2010 - 23:21

Voeg een reactie toe

Log in of registreer om dit onderdeel te gebruiken
Terug naar boven icoon