Tekst aangepast
Paronoto
Inderdaad, een geelbloeier en d'er zijn er maar enkele, ook E. lutea en E. maculata zijn geelbloeiers. Hoort thuis in de serie der Urceolata, zijn nu volop in bloei samen met nog tientallen andere uit andere series, bloemekeskermis.
Echeveria pulidonis E.Walther sp.nov.
V= mei 02
In "Echeveriamonographie" blz122
Plant kaal, stamloos, solitair, slechts spruitend op latere leeftijd, 8cm en meer in diameter, bladeren tot meer dan 25, gespreid tot opstaand, smal omgekeerd eirond - langwerpig, versmallend aan de basis, platte bovenkant, onderaan iets gekield, met fijne punt, 5cm lang en 1,5cm breed, blauwachtig groen met rode randen en top. Bloeistengel 18-20cm lang, meestal rechtop staand met een zestal meestal aanliggende stengelblaadjes, 15mm lang, geel-olijfkleurig. Bloeitros enkel, gekruld met een tiental bloemen voorzien van 6mm lange bloemstengels. Sepalen ongelijk, de langste 6mm, gespreid, ± 3 hoekig, spits, corolla 5-hoekig, urnvormig, 10mm lang en 8mm doorsnee aan de basis, bleekgeel, petalen bultig aan de basis, de apex sterk gekromd, stomp-puntig.
Bloeit vanaf april.
Vindplaats: Beristain op 30km van Necaxa langsheen de weg naar Zacatlan, Hidalgo, Mexico.
Opmerking: genoemd naar Miguel Pulido, de ontdekker van deze soort.
Zeer attraktieve plant wegens haar gele bloeiwijze, samen met E. lutea en E. maculata vormt ze een uitzondering bij de Echeveria's. Is verwant met E. halbingeri die eveneens deel uitmaakt van de groep der "urceolatae".
Heel gemakkelijk te vermeerderen door bladstek, uitlopers en zaad. Overwintert probleemloos bij ong. 10 graden en bijna helemaal droog.
Paul NEUT