Vorige Volgende
Latijnse naam | Canarina canariensis |
Plantennaam | Canarische bellenplant |
Familie | Campanulaceae |
Soort gewas | Bol- en knolgewassen |
Groeihoogte max. | 1,5 m - 2 m, 2 - 4 m |
Bloeikleur | Oranje, Rood |
Bladkleur | Blauwgroen |
Wintergroen | Bladverliezend |
Winterhardheid | Niet winterhard |
Standplaats | Halfschaduw |
Habitat | Normale bodem |
PH bodem | Zuurminnend |
Speciale kenmerken | Klimplanten, Kuipplanten |
Syn. Canarina campanula
Canarina canariensis groeit in de koele nevelwouden van de canarische eilanden.
Ze bloeien daar de hele winter door met glanzende oranjerode, hangende klokvormige bloemen. Binnenkant is warmgeel, roodgeaderd.
De bloemen zijn ongeveer 5/7cm groot.
Na de bloei krijgen we de eetbare zoete vruchten te zien.
Ze zijn oranje tot roodzwart, vijgenachtig en vlezig.
Het grijsgroen/blauwgroen blad is pijlvormig en sterft af na de lente.
Bij ons is het eerder een kasplant en kan tot 3m groeien.
De plant heeft wel wat steun nodig om tegenaan te groeien.
Plant hem in een grote kuip van 10/20 liter, vochtige maar goed doorlaatbare grond.
Een vochtige omgeving bij temperatuur tussen de 7 en 24°C tijdens het groeiseizoen.
Verlangt gefilterd licht en dus geen direct zonlicht.
In augustus begint de plant te groeien met kleine paarse scheuten en moet dus weer meer begoten worden.
In het voorjaar sterft de plant af, tijdens de rustperiode moet men minder begieten tot bijna droog.
Ontvang gratis tuintips
Klik hier en schrijf je in op onze wekelijkse nieuwsbrief 
Heeft u een plant niet gevonden in de plantengids?
Dan kan u hier een verzoek doen om de plant toe te voegen.