menu
Tuinadvies

https://www.tuinadvies.nl   /    vrijdag 29 maart 2024

Top tien, vlinders in de tuin.

Een top tien is altijd iets persoonlijks maar als ik dan toch even die van mij mag meegeven dan zet ik er graag even tien op een rijtje. Tien graag geziene tuingasten...

Het is weer vlindertijd want de talrijke vlinderstruiken ontluiken hun bloemen, dit zijn natuurlijk niet de enige struiken of planten die vlinders aantrekken en sommige vlinders vragen zelf specifieke waardplanten om hun nageslacht te verzekeren.

Top 10 vlinders in de tuinEén van deze vlinders met speciale waardplanten is meteen ook mijn nummer één: de koninginnepage (Papilio machaon). Een prachtige vlinder met een extreem groot verspreidingsgebied van Noord- Afrika tot Europa over Azië naar Noord-Amerika. De soort komt voort in graslanden en moerassen waar ook de waardplanten aanwezig zijn. Eitjes worden bij voorkeur gelegd op planten uit de familie van de Umbelliferae waarbij ook de wortelen, dille en bijvoorbeeld knolvenkel behoren. Op deze planten kan je hun rupsen dan ook in de junimaand terug vinden. Deze opvallend snelvliegende vlinder is hoofdzakelijk crèmegeel met een mooie als het ware kanten zwarte tekening. De ondervleugels zijn bovendien versierd met blauw en oranje en eindigen in mooie punten. Deze vlinder is gemakkelijk te verwarren met de koningspage (Iphiclides podalirius) die enkele in de warmere streken van Europa en Azië voorkomt en een andere, zij het niet minder mooie, tekening heeft.

Ik zet een leuke, eerder kleine soort, op nummer twee. De gehakkelde aurelia (Polygonia c-album) staat niet alleen op nummer twee omwille van zijn prachtige naam maar ook omwille van de prachtig gekartelde vleugelrand en zijn fraaie oranje kleur die heel mooi afsteekt bij de paarse bloemenkleur van vlinderstruiken of van bijvoorbeeld ijzerhard. Deze frivole soort houdt van brandnetels, hop en iep als waardplanten voor de afzet van hun eieren. De aurelia houdt van rottend fruit en zien we dus tot diep in het najaar in en rond de boomgaard.

Ik kies voor de Atalanta of de admiraalvlinder (Vanessa atalanta) op drie. Deze trekvlinder komt onze streken opzoeken wanneer de temperatuur dat toelaat en wanneer de distels en brandnetels volop in bloei staan. Brandnetels zijn de waardplanten bij uitstek voor deze soort waardoor ze in de nazomer talrijk aanwezig is in onze tuinen waar ze zich te goed doen aan de bloemen van onder meer vlinderstruiken, asters en de mooie hemelsleutel. Deze zwarte vlinder heeft opvallend oranje structuren in combinatie met witte vleugelvlekken en blauwe vleugelranden.

Op vier het dagpauwoog (Inachis io) dan maar, ik bedenk me nu plots dat het moeilijk wordt om aan tien soorten te komen als ik aan mijn vlinderstruik denk. Deze soort is een meester in zelfverdediging dankzij de vier mooi gekleurde ogen op elke vleugel. Voor de rest is deze vlinder hoofdzakelijk oranjebruin gekleurd en er steeds als één van de eerste bij om de talrijke eitjes op brandnetels af te zetten. Laten we hier verder geen nachtvlinders bespreken maar ook het nachtpauwoog (Saturna pavonia) maakt gebruik van schrikogen. De vrouwelijke vlinder van deze soort is meteen ook Europa's grootste vlinder.

De distelvlinder (Cynthia cardui) op plaats vijf met een gelijkaardig kleurenpallet als de admiraalvlinder zij het toch enigszins anders getekend met oranje vlammen op de zwartgerande vleugels en witte en blauwe vleugelstippen. Ook deze trekvlinder heeft distels en brandnetels als de twee meest belangrijke waardplanten.



Op zes en zeven zetten we de vosjes: de grote vos (Nymphalis polychloros) en de kleine vos (Aglais urticae). Twee mooie hoofdzakelijk oranje vlinders van een verschillend formaat en patroon en nog enkele belangrijke essentiële verschillen. De kleine vos houdt van brandnetels als waardplant en kan tot drie generaties per jaar voortbrengen. Terwijl de grote vos houdt van alleenstaande bomen zoals iep en wilg en slechts één generatie per jaar voortbrengt.

Op acht de citroenvlinder (Gonepteryx rhamni) omwille van zijn eenvoudige voorkomen en de prachtige geelgroene kleur. Je ziet deze zwerflustige vlinder niet zoveel, de soort houdt van bosranden waar waardplanten zoals wegedoorn en sporkehout te vinden zijn.

Top 10 vlinders in de tuin

Nummer negen in mijn lijst is het koolwitje (Pieris soorten). Ook deze soort kan soms een gele schijn hebben waardoor er verwarring kan ontstaan. Koolwitje is eerder een verzamelnaam voor verschillende soorten zoals het klein geaderd witje (Pieris napi), het knollenwitje (Pieris rapae) en het groot koolwitje (Pieris brassicae). Het zijn allen, al dan niet geaderde, crèmewitte vlindersoorten die alles behalve geliefd zijn bij de moestuinier omdat hun rupsen nogal wat schade kunnen aanbrengen aan verschillende kolensoorten en andere groentegewassen.

We kunnen de lijst aanvullen met tal van andere minder voorkomende soorten die waarschijnlijk nog duizend maal mooier zijn als de hierboven beschreven negen veel geziene tuingasten maar plaats tien is weggelegd voor een soort die de laatste jaren meer en meer in onze tuinen wordt aangetroffen. De kolibrivlinder (Macroglossum tellatarum) is een wel heel bijzondere vlinder die vooral op vlak van grootte als op vlak van vliegwijze sterk aan een kolibri doet denken. De vlinder hangt stil rond de bloemen terwijl hij met zijn lange roltong nectar verzamelt op de bloembodem van bijvoorbeeld ijzerhard, lavendel, zeepkruid, kamperfoeli of vlinderstruiken. Deze vlinder kan zo'n 550 bloemen per dag bezoeken aan een gemiddeld aantal vleugelslagen van 75 per seconde. Het is eigenlijk een dagactieve nachtvlinder uit de mediterrane gebieden die in de zomermaanden in ons land fourageert. Een trekvlinder met een dik lichaam en opvallende oranje achtervleugels.

Zij die van tuinen houden zullen het dus voortaan ook met onkruiden zoals brandnetels en distels moeten doen willen zij de verschillende vlindersoorten in ons land in stand houden. Iets om over na te denken dus in combinatie met tal kleurrijke bloeiers en fruitbomen van de lente tot in de late nazomer.

 

Terug naar boven icoon