menu
Tuinadvies

https://www.tuinadvies.nl   /    vrijdag 29 maart 2024

Stekken: dé manier om kuipplanten vermeerderen

Als je een beetje geduld en plaats hebt, kun je je kuipplanten perfect zelf vermeerderen. Vooral Pelargonium en fuchsia laten zich heel makkelijk stekken, en het is nog leuk om te doen ook. Het kan in de vroege lente, of in de nazomer.

Stekken: dé manier om kuipplanten vermeerderen

In een glas water?

Eigenlijk heb je niet meer dan een glas water nodig, om van een fuchsiatakje een nieuwe plant te maken. Je ziet de wortels letterlijk in het water groeien. Alleen valt de groei vaak stil, wanneer je je stekje van water naar potgrond verhuist. Dan kun je net zo goed direct in potgrond stekken. Stekken gaat sowieso sneller dan zaaien en biedt het voordeel dat de gestekte plant identiek is aan de moederplant. Klinkt het jou technisch in de oren? Bij een pak planten gaat het supermakkelijk.


Stektoppers

Pelargonium, fuchsia, Abutilon, hibiscus, Spaanse margriet (Osteospermum), siersalie, Lavatera, Vlijtige Liesjes, Penstemon en oleander hebben al na 6 tot 8 weken nieuwe worteltjes; lavendel heeft zelfs maar 3 weken nodig. Heb je de smaak te pakken, dan kun je in de (late) zomer nog meer terrasplanten stekken, zoals buxus, hortensia, clematis, Cistus, rozemarijn, laurier, salie, citroenverbena en tijm.

kuipplanten om gemakkelijk te stekken: Abutilon, Fuchsia en Pelargonium zijn gemakkelijk te stekken.

Wat heb je nodig?

Een scherp aardappelmesje, een oud potlood (of pootstokje), een bak (of potten) van 10 à 15 cm hoog, een doorschijnend deksel of plastiek folie, stekgrond en stekpoeder.

Hoe?

Stekken: dé manier om kuipplanten vermeerderen

  1. Snijd een twijg op 10 tot 15 cm van de top schuin af, net onder een blad(oog).
  2. Vul een grote bak (of een reeks potjes) van minstens 15 cm diep met stekgrond.
  3. Haal alle bladeren en zijscheuten van de onderste 4 tot 8 cm van de stek weg. Zorg dat er nog 2 tot 4 bladparen blijven staan.
  4. Doop de onderkant in stekpoeder; schud overtollig poeder af.
  5. Maak met een potlood of stokje gaatjes in de aarde en zet er de stekken tot één derde diep in, zonder het poeder af te vegen. Zorg dat de stekken minstens 3 cm van elkaar staan.
  6. Duw het gaatje dicht, besproei voorzichtig en plaats een doorschijnend deksel of een vel plastiek over de stekken.
  7. Zet ze binnen (20° C is ideaal), op een plek met lichte schaduw en controleer regelmatig de luchtvochtigheid.
  8. Na 6 tot 8 weken zijn je stekken beworteld en plant je ze in individuele potjes.
  9. Het voorjaar daarop kunnen ze naar een grotere pot.

Succestips

  • Kies stekken van relatief jonge planten met veel groeikracht. Wil je een stek van een oude plant nemen, snoei die dan het jaar vooraf drastisch in en geef extra mest.
  • Neem stek van hout dat datzelfde seizoen is gegroeid, niet van takken die een jaar oud zijn of meer.
  • Neem alleen stekken van kerngezonde planten en van twijgen die niet in bloei staan.
  • Snijd de stekken vroeg in de ochtend, wanneer de plant vol water zit, en liefst na een fikse regenbui.
  • Ontsmet je mes voor het snijden, in water met 10% bleekwater.
  • Snijd schuin af, net onder een bladknop.
  • Maak meer stekken dan je nodig hebt. Bij tegenvallende resultaten heb je er toch nog een beetje, bij groot succes kun je je planten uitdelen of ruilen.
  • Kun je je stekken niet meteen verwerken, wikkel ze dan in een vochtig keukenpapier en bewaar ze in een gesloten plastic zak, in de schaduw.
  • Het belangrijkste bij opgroeiende stekken is de luchtvochtigheid; zorg dat ze nooit droog komen te staan.
#5206Laurence Machiels

Auteur: Laurence Machiels
Groenjournalist

Terug naar boven icoon